Mark 10:6

Echtscheiding en hertrouw

De farizeeën vergeten dat ze het opnemen tegen de alleen wijze God. De Heer laat Zich niet verleiden tot een keus. Elke keus zou fout zijn. In plaats daarvan vangt Hij hen, die zich voor wijzen uitgeven, in hun eigen arglistigheid (1Ko 3:19). Hij beantwoordt hun vraag met een tegenvraag waar zij met al hun kennis van de wet geen enkele moeite mee zullen hebben.

Ze weten dan ook perfect wat Mozes heeft gezegd over situaties waarin een man zijn vrouw zou willen verstoten. Maar uit hun antwoord blijkt al hun verkeerde manier van lezen van de Schrift. De Heer heeft gevraagd wat Mozes heeft geboden, maar zij spreken over toegestaan. Daarmee suggereren ze dat een scheidbrief niet nodig is, maar dat deze slechts aanbevolen wordt.

De Heer stelt vervolgens de oorzaak van het gebod dat Mozes heeft gegeven voor hun aandacht. Het gebod heeft te maken met de hardheid van hun hart. Hij spreekt over het gebod als aan hen – “u” – hier-en-nu gegeven en niet slechts aan een volk lang geleden. Het lang geleden gegeven gebod komt van God en heeft niets van zijn kracht verloren. Zo is het ook met de oorzaak. Die oorzaak is niet slechts het harde hart van het volk destijds, want zij hebben net zo’n verhard hart. De Heer spreekt over “uw hart”.

Mozes staat niet toe dat iemand zijn vrouw verstoot. Als iemand het toch doet, moet hij haar een scheidbrief meegeven met daarin de reden van het verstoten. Verder mag hij haar, als zij aan een andere man is gaan toebehoren en deze haar ook verstoot, niet meer terugnemen. Het is alles bedoeld als een bescherming voor de vrouw, opdat de man die van plan is haar weg te zenden, zich wel tweemaal zal bedenken voor hij het doet (Dt 24:1-4).

Het is daarom een dwaze vraag om te veronderstellen dat iemand zijn vrouw mag wegzenden en dat het er alleen nog maar om gaat om welke reden hij dat doet. De Heer brengt het huwelijk terug naar zijn oorsprong. Mozes heeft nooit gezegd dat iemand zijn vrouw zou mogen wegzenden. En wat onder de wet nog als een beperkende bepaling was gegeven, is onder de genade ten enenmale uitgesloten.

Het gebod was noodzakelijk geworden omdat de mens was afgeweken van Gods oorspronkelijke plan met het huwelijk. Zoals bij alle dingen, is het bovenal met betrekking tot het huwelijk van het grootste belang terug te gaan naar de oorsprong. Dit woord is vandaag onverminderd actueel. God heeft de mens geschapen in een mannelijke en vrouwelijke vorm, niet meer en niet anders. Dit is het uitgangspunt en de basis van het huwelijk. De verloochening daarvan – zoals het ongetrouwd samenwonen – en de verandering daarvan – zoals het homohuwelijk – is een verachting van Gods instelling. God wordt daardoor grote oneer aangedaan.

De Heer haalt aan wat in de Schrift staat (Gn 2:24). Daarin staat de weg waarlangs een huwelijk tot stand komt. Deze weg kan niet ongestraft geloochend worden en deze volgorde kan niet ongestraft veranderd worden. Een man verlaat zijn vader en moeder om samen met zijn vrouw een nieuwe eenheid te vormen, die in het ‘één vlees zijn’ tot uitdrukking wordt gebracht.

Met “zodat zij niet meer twee maar één vlees zijn” benadrukt de Heer dat man en vrouw in het huwelijk geen zelfstandig naast elkaar levende personen meer zijn met ieder zijn of haar eigen belangen, maar dat een huwelijk hen volledig tot een eenheid maakt. Het huwelijk voert tot een volkomen belangenverstrengeling. De een kan niets doen zonder dat het gevolgen heeft voor de ander. In het huwelijk is niets meer privé, maar wordt alles met de ander gedeeld, zonder enig geheim.

Het antwoord van de Heer is dat iemand zijn vrouw nooit mag wegzenden. De eenheid tussen man en vrouw is er door de samenvoegende band van het huwelijk. God is de Bedenker van het huwelijk. Hij heeft deze onverbrekelijke band van het huwelijk om een man en een vrouw gelegd. Daarom is het zonde en dwaasheid als de mens daarin een scheiding wil aanbrengen.

Copyright information for DutKingComments