Mark 14:37

Gethsémané

De Heer nadert het einde van Zijn beproeving, een beproeving die alleen maar Zijn heerlijkheid en volmaaktheid aan het licht brengt en tegelijkertijd Zijn Vader verheerlijkt. Hij nadert de strijd en het lijden met een volledige kennis van de inhoud ervan en niet met de lichtvaardigheid van een Petrus die zich erin stort omdat hij onbekend is met de betekenis daarvan. De Heer gunt Zijn discipelen rust, terwijl Hij Zich opmaakt voor de heftigste strijd in het gebed die ooit gestreden is.

Hij neemt Petrus, Jakobus en Johannes mee omdat deze drie discipelen later een bijzonder werk zullen doen. Om hen daarop voor te bereiden wil Hij hen dieper invoeren in het werk dat Hij gaat doen. Zij hebben gezien hoe Hij het dochtertje van Jaïrus uit de doden levend heeft gemaakt en zij hebben ook Zijn heerlijkheid op de berg gezien. Nu zullen zij zien wat de grondslag is, waarop Hij een dode heeft kunnen opwekken en Zijn heerlijkheid heeft kunnen laten zien. Het kon alleen omdat Hij Zelf in de dood zou gaan. Onze dienst hangt af van het besef dat we hebben van het werk dat Hij aan het kruis heeft volbracht en wat dat voor Hem heeft betekend. Nooit zullen wij de volle diepte ervan kunnen peilen, maar we zullen wel steeds meer bewondering voor Hem krijgen.

De Heer deelt Zijn gevoelens aan Zijn discipelen mee. Dan moet Hij het laatste stukje alleen gaan. De discipelen moeten blijven waar ze zijn omdat ze Hem niet tot het einde toe kunnen volgen. Wat ze wel kunnen, is waken, wakker blijven tot Hij terugkomt van Zijn zware gebedsstrijd. Als er een diepe beproeving wacht, is de werking van het gebed dat de beproeving nog intenser gevoeld wordt. De Heer gaat een lijden tegemoet dat van alle mensen alleen Hem zal treffen: het van God verlaten worden vanwege het tot zonde gemaakt worden.

Hij is in de tegenwoordigheid van Zijn God en Vader waar alles gewogen wordt. Daar wordt de wil van Hem Die Hem deze taak heeft opgelegd, bevestigd. Juist de innige gemeenschap met Zijn God zal in de uren van duisternis op het kruis verbroken worden door God, Die de hele hitte van Zijn toorn over de zonde over Hem zal laten losbranden. Deze zielenstrijd was er niet bij mensen, zoals bijvoorbeeld bij Stéfanus (Hd 7:55; 59). Hier zien we wat de dood van de Heer Jezus betekende: onze zonden dragen in Zijn lichaam op het kruis (1Pt 2:24a).

De Heer bidt dat die beker aan Hem mag voorbijgaan. Hij is niet ongevoelig voor wat die beker betekent. Het bewijst juist Zijn volmaaktheid. Het besef tot zonde gemaakt te worden vervult Zijn ziel met afschuw. Tegelijk geeft Hij Zich hierin als de volmaakte Dienaar over aan de wil van Zijn Vader. Hij wil niets anders dan Zijn wil doen, er is geen tegengestelde wil bij Hem.

Hij bidt in het volste vertrouwen dat voor de Vader alles mogelijk is. Hij spreekt Hem aan als “Abba, Vader”. Dit duidt op de intiemste omgang van de Zoon met de Vader. Er is hier geen afstand, geen verlaten zijn van God. ‘Abba’ is de uitdrukking van volkomen vertrouwen. De Heer heeft ons in die betrekking ingevoerd. Wij mogen ook “Abba, Vader” zeggen (Rm 8:15; Gl 4:5-6). Het is het kinderlijke vertrouwen waarmee een zoon bij zijn vader komt. Hij vraagt: ‘Alleen als Mijn wens met die van U overeenstemt, neem dan deze drinkbeker weg, anders niet.’

Als de Heer teruggaat naar de drie discipelen, vindt Hij ze alle drie in slaap, terwijl ze toch alle drie hebben gezegd Hem nooit te zullen verlaten. Hij richt het woord alleen tot Petrus. Hij spreekt hem aan met zijn oude naam “Simon”. Petrus heeft zojuist zijn volledige trouw aan Hem bezworen en nu slaapt hij, terwijl de Heer heeft gevraagd om te waken. Trouw aan de Heer wordt in de eerste plaats gezien in een waken met Hem. Waken is een wakkere kijk hebben op gebeurtenissen, zodat we tot gebed worden gebracht. Als we slapen, zijn we uitgeschakeld en kan de vijand zijn werk doen. Dat Petrus niet in staat blijkt één uur te waken, is een voorbode van zijn val.

De Heer geeft Petrus het advies om te waken en te bidden, want anders zal hij in verzoeking komen. Hij kent de goede bedoelingen van Petrus en Zijn andere discipelen wel, maar Hij weet ook dat het vlees zwak is. Alle goede bedoelingen bewaren niet voor een val. Dat doen alleen waken en bidden. We vinden nooit dat het eigen lijden van de Heer Hem verhindert dat Hij aan anderen denkt. Zo denkt Hij aan het kruis aan Zijn moeder en Johannes, en aan de moordenaar die met Hem is gekruisigd.

Maar Zijn strijd is nog niet klaar. Hij gaat opnieuw de strijd aan door te bidden wat Hij al eerder heeft gebeden. Hieruit blijkt Zijn volmaaktheid. Het betekent dat Hij de taak die Hij moet volbrengen, volledig uit de hand van God aanneemt en in Gods hand legt.

Ondanks Zijn waarschuwende woorden zijn de discipelen weer in slaap gevallen. Het duurt ook zo lang. De gebedsstrijd van de Heer duurt weer een uur. Dat is voor vermoeide mensen te lang om te waken en wakker te blijven. We kunnen dat alleen als we volledig in beslag genomen zijn door een bepaalde zaak. De discipelen hadden zich bewust moeten zijn van wat Hem te wachten stond. Dit medeleven zocht Hij, maar vond het niet (Ps 69:21b). Hij vindt hen weer in slaap, ze hebben de strijd tegen de slaap verloren. Hoe moeilijk is het om echt mee te leven met iemand die in nood is. Ze voelen zich beschaamd dat ze weer in slaap zijn gevallen.

Voor de derde keer gaat de Heer een uur in gebed. Zijn drie keer één uur gebed beantwoordt aan de drie uren die Hij op het kruis tot zonde gemaakt zal worden. Hij heeft in het gebed dat hele werk in Zijn ziel doorleefd in de tegenwoordigheid van God om straks daadwerkelijk die drie uren zonder God in te gaan en te kunnen doorstaan.

Omdat Zijn strijd voorbij is, hoeven ze niet verder met Hem te waken. Ze kunnen nu geestelijk in rust blijven. Hij kondigt aan dat nu gaat gebeuren wat Hij al drie keer eerder heeft gezegd. In volmaakte rust, die het resultaat is van Zijn overgave in het gebed, geeft Hij Zijn discipelen het bevel op te staan. De tijd van waken en bidden is voorbij. Wat overblijft, is het ondergaan van alle handelingen die slechte mensen met Hem zullen verrichten, en Zijn werk aan het kruis waar God met Hem zal handelen. Petrus zal falen omdat hij heeft geslapen. De Heer heeft gewaakt en gebeden en kan in vertrouwen op en in afhankelijkheid van Zijn God gaan en zal staande blijven.

Copyright information for DutKingComments