Mark 16:20

De hemelvaart

Nadat de Heer Zijn bevel tot prediking heeft gegeven, heeft Hij Zijn dienstwerk ten volle volbracht. Hij heeft Zijn taak overgedragen aan Zijn discipelen. Als bewijs van de goedkeuring en waardering van Zijn werk door God wordt Hij opgenomen. Hij wordt opgenomen, dat gebeurt met Hem. God doet dat. Tegelijk is Hij Zich ook van Zijn eigen waardigheid bewust. Dat blijkt uit het feit dat niet God Hem op de plaats van eer aan Zijn rechterhand zet, maar dat Hij daar Zelf gaat zitten.

In Mk 16:19, het voorlaatste vers van dit evangelie, wordt de Heer Jezus voor de eerste keer in dit evangelie “Heer” genoemd en in Mk 16:20, het laatste vers, voor de tweede keer. De discipelen volgen het bevel van de Heer op.

Tegelijk blijft Hij ook in de hemel, op de plaats van eer, de volkomen Dienaar. Hij werkt mee met Zijn dienaren op aarde, dat wil zeggen dat Hij het eigenlijke werk doet. Hij doet dat door de prediking te zegenen en deze te bevestigen door zichtbare bewijzen te geven dat het inderdaad Zijn Woord is dat wordt gepredikt (Hd 14:3; Hb 2:3-4).

Tekenen zijn nergens in de Schrift een doel op zichzelf, maar hebben altijd tot doel het gepredikte Woord te ondersteunen (Hb 2:3-4). Dit extra bewijs was nodig omdat het Woord van God nog niet compleet was. Wij hebben nu het volledige Woord van God. Bewijzen daarnaast zijn niet meer nodig, hoewel God ze in Zijn genade kan geven waar Hij dat nodig vindt.

Copyright information for DutKingComments