Mark 8:15

Het zuurdeeg van de farizeeën en Herodes

De menigte van meer dan vierduizend personen had geen brood en Christus heeft ze verzadigd door gebruik te maken van de zeven broden van de discipelen. Nu blijken de discipelen niets bij zich te hebben behalve één brood. Dat is voor dertien personen ook niet veel. De vraag is, of zij hebben geleerd wat Hij daarmee kan doen. Zij hebben Hem immers bij zich aan boord?

De Heer weet dat ze zich daarover zorgen maken. Ze hebben honger, maar die wordt niet gestild door dat ene broodje. In de geestelijke toepassing kunnen we zeggen dat uitdelen van geestelijk voedsel niet altijd betekent dat de eigen geestelijke honger ook wordt gestild. Dan is het nodig om zelf ook voedsel te nemen. Soms is er zo weinig tijd om zelf te ‘eten’, dat het geestelijk leven zwakker wordt. De Heer weet dat.

Het tekort aan brood en hun zorg daarover geeft Hem gelegenheid hun eerst een andere les te leren dan de les dat Hij in alle nood kan voorzien. Deze les houdt ook verband met brood, want hij handelt over zuurdeeg. De Heer spreekt over “het zuurdeeg van de farizeeën”. Daarmee bedoelt Hij het vasthouden aan uiterlijke godsdienstige vormen, van welke aard ook, waardoor God en Zijn Christus opzij worden geschoven. Het zuurdeeg van de farizeeën is de huichelarij (Lk 12:1), het is het zich vroom voordoen naar de buitenwereld, terwijl het hart koud en leeg is.

Er is ook nog “het zuurdeeg van Herodes”. Daarmee wordt de wereldsgezindheid bedoeld, het begeren van dingen die in deze tijd een goede naam opleveren of de gelijkvormigheid aan de wereld in stand houden.

Het gaat om het wetticisme van farizeeën en de wereldgelijkvormigheid van de Herodianen. Het zijn twee uitersten die tegelijk veel op elkaar lijken. Het is allebei kwaad. Wetticisme is een vorm van wereldgelijkvormigheid. Het is van belang de les te leren van de geestelijke gevaren die het leven van een dienaar bedreigen en die zijn dienst nutteloos en zelfs schadelijk voor anderen maken.

Dat de discipelen deze les nodig hebben, blijkt wel uit hun reactie. Ze zijn vergeten dat ze het ene brood én de Heer bij zich hebben. Daarom zoeken ze de oplossing onder elkaar en niet bij Hem. Ze verbinden Zijn onderwijs met hun eigen behoeften en begrijpen de waarschuwingen niet. Ze zien deze mensen als achtenswaardig en zijn daardoor niet in staat de radicale veroordeling die Hij uitspreekt te herkennen.

Alleen in Christus kunnen we van deze struikelblokken en listen bevrijd worden. Hebben we genoeg aan het ene brood of menen we dat we iets van het zuurdeeg van de farizeeën of van Herodes moeten toevoegen? Dit kunnen we toepassen op het leven van de gemeente. Het gevaar bestaat dat we niet genoeg hebben aan het ene brood, dat is Christus. Dan menen we dat we door wetticisme of vormen van de wereld ons geloof in Hem kunnen beschermen of verrijken. Als dat gebeurt, hebben we niet opgelet en niet uitgekeken voor het zuurdeeg van de farizeeën en dat van Herodes.

Copyright information for DutKingComments