Mark 8:18

Onderwijs over het zuurdeeg

De Heer merkt op hoe ze overleggen over Zijn waarschuwing. Hij stelt hun drie vragen. De eerste vraag maakt duidelijk dat Hij met Zijn waarschuwing niet doelt op het gebrek aan broden, maar dat Hij hun gebrek aan vertrouwen in Hem blootlegt. In de tweede vraag verwijt Hij hun dat ze geen begrip en geen besef hebben van de geestelijke gevaren die hen bedreigen en waarvoor Hij hen heeft gewaarschuwd. Ze overwogen de dingen niet in het licht van Wie Hij is en kwamen daardoor tot een verkeerde conclusie. In de derde vraag wijst Hij op de oorzaak van hun onbegrip. Die oorzaak is hun verharde hart. Ze hebben nog niet geleerd volledig op Hem te vertrouwen omdat ze toch nog hoog opzien tegen religieuze en wereldse status.

Ze hebben wel ogen, maar ze kijken niet goed omdat ze niet kijken zoals Hij dat doet. Ze zijn niet helemaal blind, maar kunnen ook niet scherp zien. De farizeeën en Herodes zijn stekeblind, maar de discipelen kunnen ook niet goed zien omdat zij eveneens iets van het zuurdeeg van de farizeeën en van Herodes hebben. Ze maken geen gebruik van hun geestelijke bekwaamheid om de daden van de Heer die ze hebben gezien te beoordelen. Zo beoordelen ze ook Zijn woorden verkeerd. Ze hebben wel oren, maar luisteren nog te veel naar mensen die godsdienstig in aanzien zijn.

Om hen wakker te schudden en hun hart te bereiken herinnert de Heer hen aan de eerste wonderbare spijziging. Hij vraagt naar wat er overgebleven was. Dat weten ze zich nog te herinneren. Een levendige en nauwkeurige herinnering aan wat de Heer heeft gedaan of gezegd is een belangrijke factor in het geestelijk leven. Dit ‘herinneren’ wordt door Petrus gebruikt in zijn tweede brief (2Pt 1:12-13; 15; 2Pt 3:1). Daarom is het avondmaal een gedachtenismaal (1Ko 11:24-25). Zie ook Psalm 38 en Psalm 70, die ‘gedenkpsalmen´ zijn (Ps 38:1; Ps 70:1).

Om hun de les goed te leren herinnert Hij ook aan de tweede wonderbare spijziging. Ook hier stelt Hij de vraag naar wat er overgebleven was. Ook dat weten ze zich nog te herinneren. Dan stelt Hij de vraag of ze het nog niet beseffen. Op deze laatste vraag komt geen antwoord. Ze hebben het wel begrepen. De Heer geeft geen antwoorden, Hij stelt slechts vragen.

Copyright information for DutKingComments