Matthew 11:7-11

Getuigenis over Johannes

Na Zijn woorden voor Johannes richt de Heer Zich tot de menigten over Johannes. Voor Johannes heeft de Heer woorden die zijn zwakke geloof tot steun zijn. Tot de menigten spreekt Hij over Johannes als een niet te evenaren profeet. Hij plaatst hem voor de menigten en houdt hun voor welke mening zij zich over hem hebben gevormd. Na zijn uiting van zwakheid zouden ze hem kunnen vergelijken met een riet dat door de wind wordt bewogen, een man zonder kracht. Het zou ook kunnen zijn dat Johannes op een andere manier niet aan hun verwachtingen beantwoordt en wel omdat hij wars is van alles wat groots en pralend is.

Of zouden er in de menigten ook zijn die in Johannes een profeet zien? De laatsten zijn het dichtst bij de waarheid, maar ze zijn er toch ook weer ver vandaan. Johannes is namelijk niet zomaar een profeet. Hij is een profeet die onmiddellijk als een heraut aan de komst van de Messias vooraf is gegaan om Hem als de komende Messias aan te kondigen. Niet alleen de Messias is door de profeten aangekondigd, maar ook Johannes de doper.

Over hem zegt Maleachi dat hij de engel of bode is “die voor Mij de weg bereiden zal” (Ml 3:1). Met “Mij” wordt de HEERE, Jahweh, bedoeld. De Heer Jezus zegt hier in Zijn aanhaling van dit vers: “Ik zend Mijn bode voor U uit.” Daardoor is duidelijk dat Hij de aangekondigde Jahweh is. Johannes is de bode die door Jahweh is uitgezonden om de weg van Jahweh Die als de Messias in nederigheid is gekomen voor te bereiden. Het bereiden van de weg wil zeggen het klaarmaken van de harten van de mensen om de Messias te ontvangen. Dat heeft hij gedaan door zijn prediking van berouw en bekering.

Gabriël heeft bij de aankondiging van zijn geboorte al van hem gezegd: “Want hij zal groot zijn voor het aangezicht van Heer” (Lk 1:15a). Nu noemt de Heer hem de grootste die uit vrouwen geboren is vanwege zijn directe verbinding met de Messias omdat hij Zijn voorloper is en hij Hem heeft aangekondigd. Vanzelfsprekend is dat zonder rekening te houden met Hem Zelf. Hij vergelijkt Johannes niet met Zichzelf, maar met alle andere mensen die tot dat ogenblik geboren zijn.

Tegelijk zegt Hij erbij: “De geringste in het koninkrijk der hemelen is groter dan hij.” Dit betekent dat er na Johannes een nieuwe stand van zaken begint. Het verschil ligt niet in wat iemand in zichzelf is, maar in de positie die iemand inneemt. Het gaat om het koninkrijk der hemelen. Dat heeft Johannes aangekondigd, maar hij is er niet in gegaan, want het komt pas nadat de Heer Jezus is verworpen en is teruggekeerd naar de hemel. Het koninkrijk heeft zijn oorsprong in de hemel, maar zijn werksfeer is op aarde. Dat geldt nu en ook straks als Christus op aarde regeert.

Dat de “geringste” in het koninkrijk groter is dan Johannes de doper, heeft te maken met de verwerping van Christus en Zijn volbrachte werk. Dit werd in het Oude Testament niet gekend door de gelovigen. De “geringste” is bekleed met voorrechten die geen gelovige in het Oude Testament heeft bezeten. Dit heeft te maken met de waardering van God van het volbrachte werk van Zijn Zoon. Wie daarmee verbonden is – en dat geldt voor de leden van de gemeente van de levende God – krijgt die geweldige positie.

Copyright information for DutKingComments