Matthew 12:43-45

De terugkeer van de onreine geest

De Heer wijst op een situatie dat een mens bevrijd is van een onreine geest. Die onreine geest zoekt een andere verblijfplaats, maar vindt die niet. In werkelijkheid spreekt Hij over Israël en zijn toekomst. De situatie van Israël ten tijde van de Heer Jezus is niet dat het volk als geheel zich tot de afgoden wendt. Er is geen afgoderij (Hs 3:4), maar er is ook geen leven uit en met God aanwezig. De mens, het huis, is leeg gebleven. Daarom kan de onreine geest er, als hij terugkomt, zo weer zijn intrek in nemen.

Het is ook nog eens een huis dat niet vol spinrag zit, maar dat geveegd en geordend is. Het is geen ruïne, maar piekfijn onderhouden. Toch is het leeg. Het spreekt van de holle godsdienst met uiterlijke gedragingen en een mooie schijn, maar zonder dat er leven uit en voor God is. In dat huis is geen plaats voor de Heilige Geest.

Omdat er geen andere bewoners zijn, ziet de onreine geest zijn kans schoon om ook andere geesten uit te nodigen er te komen wonen. Een volheid, “zeven”, van boze geesten van een nog verdorvener aard dan deze onreine geest komt mee. Dat veroorzaakt een toestand in dat huis, in die mens, die erger is dan daarvoor.

Israël dat vrij was van afgoderij, heeft de Heer Jezus niet aangenomen. Daardoor is het volk leeg gebleven en kan het een plaats worden waar de boosaardigste geesten hun intrek in nemen. Dat zal gebeuren als de antichrist over “dit boos geslacht” zal regeren en de dienst in de tempel zal bepalen (2Th 2:3-4). Hij zal daar het afgodsbeeld van het beest uit de zee neerzetten, opdat allen die op aarde zijn het beeld van het beest zullen aanbidden (Op 13:14-15).

Ook in het leven van ieder mens is het van belang dat er geen vacuüm ontstaat. Anders zal de duivel komen om de leegte op te vullen. In geestelijk opzicht is dat ook nu te zien. Mensen die zonder God leven, maar wel spiritueel bezig willen zijn, zijn een gemakkelijke prooi voor allerlei leringen van demonen.

Copyright information for DutKingComments