‏ Matthew 13:33

Gelijkenis van het zuurdeeg

Het gaat nu niet om vermenging van goed en slecht zaad, ook niet om een klein zaad dat een grote boom wordt. Deze vierde gelijkenis leert dat het koninkrijk door en door verdorven zal worden door valse leer. Het zuurdeeg is in de Schrift onveranderlijk een beeld van de zonde. Zuurdeeg is geen beeld van het evangelie dat de wereld voor Christus zal winnen, zoals wel eens volledig onterecht wordt beweerd. De Heer spreekt als profeet. Hij weet hoe het met het koninkrijk, gezien van de kant van de mens, zal gaan.

Het koninkrijk zal niet alleen een grote macht zijn, een uit zijn krachten gegroeid mosterdzaad, maar het zal ook het karakter dragen van een leerstellig systeem dat zich ver zal uitbreiden en allen zal omvatten die in de invloedsfeer ervan komen. Zuurdeeg spreekt niet van geloof of leven, maar van dwaling of verderfelijke leer die de christenheid heeft doortrokken.

We zien dat in de zes gevallen waar over zuurdeeg wordt gesproken:

1. Het zuurdeeg van de farizeeën, dat is de huichelarij (Lk 12:1; Mt 16:6).

2. Het zuurdeeg van de sadduceeën, dat door de Heer wordt verbonden aan het zuurdeeg van de farizeeën (Mt 16:6). De sadduceeën zijn de rationalisten, de mensen die alleen geloven wat ze kunnen beredeneren, waarmee ze kunnen instemmen. Zij zijn vol ongeloof en bijbelkritiek.

3. Het zuurdeeg van de herodianen, dat door de Heer ook wordt verbonden aan het zuurdeeg van de farizeeën (Mk 8:15). De herodianen vormen een politieke partij die meent politiek en godsdienst met elkaar te kunnen verbinden. Het is het zuurdeeg van de wereldgelijkvormigheid.

4. Het zuurdeeg van de hoererij (1Ko 5:1; 6-7). Dit is de losse moraal, de zedeloosheid.

5. Het zuurdeeg van het wetticisme (Gl 5:9). Dit is de prestatiegodsdienst, het zichzelf en/of anderen onderwerpen aan bepaalde geboden, om daardoor aanzien bij God en mensen te verwerven.

6. Het zuurdeeg van de afgoderij (Mt 13:33). Dat zien we in de vrouw en de drie maten meel.

In het boek Openbaring wordt de rooms-katholieke kerk als een vrouw, een hoer, voorgesteld (Op 17:1-6). Ze is zelf verdorven en doet verdorven dingen. Ze matigt zich de positie van de ware kerk aan, maar haar bedoelingen zijn verdorven. Dat zien we in haar handelingen. In de goede leer over Christus die wordt voorgesteld in de drie maten meel, wat we kunnen verbinden met het graanoffer (Lv 2:1-16) als een beeld van Christus, doet zij valse leer. Ze vermengt het kwade en het goede met elkaar, waardoor het goede verdorven wordt. Dat zien we in de christenheid vandaag steeds duidelijker worden.

Copyright information for DutKingComments