Matthew 13:40-42

De voleinding van deze eeuw

In de gelijkenis gaat de Heer niet verder dan het verzamelen en in bossen binden van de dolik om het te verbranden en het bijeenbrengen van de tarwe in de schuur (Mt 13:30). In de uitleg gaat Hij verder. Daarin spreekt Hij over de slotgebeurtenissen “in de voleinding van deze eeuw”, dat is de eeuw waarin het kwaad zijn werk kan doen, maar waaraan door het oordeel een einde komt. Daarna spreekt Hij over het aanbreken van een nieuw tijdperk, waarin de tarwe – die bijeengebracht is in Zijn schuur – weer tevoorschijn zal komen in de gedaante van de rechtvaardigen die zullen stralen als de zon.

De dolik wordt bij de komst van de Zoon des mensen met vuur verbrand door de engelen. De dolik, de zonen van de boze, wordt verzameld “uit Zijn koninkrijk”, dat is dus niet de wereld, maar het terrein waar de Heer Jezus Zijn gezag uitoefent. Daaruit worden verzameld “alle aanleidingen tot vallen en hen die de wetteloosheid doen”. Dat zijn niet alle ongelovigen van de hele wereld, maar de naambelijders. Zij zijn de misleiders die anderen tot vallen hebben gebracht. Zij hebben ook de wetteloosheid gedaan, wat betekent dat zij met het gezag van de Koning geen rekening hebben gehouden. Ze hebben geweigerd zich daaraan te onderwerpen.

Zij worden verwijderd uit het koninkrijk van de Zoon des mensen, dat is Zijn koninkrijk op aarde. Hun deel is de vuuroven, de eeuwige pijn. Elke vorm van vreugde ontbreekt er. Daar is alleen geween vanwege de lichamelijke kwellingen en tandengeknars vanwege de wroeging van het geweten. Wat is dat een vreselijk lot!

Het deel van de tarwe, de zonen van het koninkrijk, staat in groot contrast met het deel van de dolik, de zonen van de boze. De zonen van het koninkrijk worden “rechtvaardigen” genoemd. Zij hebben het rechte gedaan en zich in waarheid gebogen voor het gezag van de Zoon des mensen. Hun deel is te “stralen als de zon in het koninkrijk van hun Vader”. Zowel het “stralen als de zon” als “het koninkrijk van hun Vader” duidt op hun hemelse positie. Ze zullen op die dag van heerlijkheid in die komende eeuw blinken als de Heer Jezus Zelf, de ware “Zon der gerechtigheid” (Ml 4:2).

‘Het koninkrijk van hun Vader’ is de hemelse zijde van het koninkrijk. De Zoon des mensen is op aarde, maar tegelijk ook in de hemel (Jh 3:13). Op aarde zijn de aardse gelovigen met Hem verbonden en in de hemel zijn de gelovigen die zich daar bevinden met Hem verbonden. De hemelse gelovigen stralen aan het firmament naast de Zon en de aardse gelovigen koesteren zich in het licht en de warmte ervan.

De rechtvaardigen of de zonen van het koninkrijk worden in de volgende drie gelijkenissen nader bezien en wel als een “schat” (Mt 13:44), een “parel” (Mt 13:45-46) en “goede” vissen die in vaten worden verzameld (Mt 13:48). Ze worden voorgesteld naar wat ze voor het hart van de Heer Jezus betekenen.

Copyright information for DutKingComments