Matthew 16:16

Wie zegt u dat Ik ben?

Dan komt de vraag van de Heer rechtstreeks tot Zijn discipelen: Wie zeggen zij dat Hij is? Die vraag is van het grootste belang voor iedere discipel. Simon Petrus beantwoordt de vraag als eerste. Hij belijdt dat Jezus de Christus is. Christus wil zeggen Messias als Degene Die de vervulling is van de beloften van God en van de profetieën die de vervulling daarvan hebben aangekondigd. Hij is de door God beloofde Messias. Bovendien is Hij de Zoon van God naar Psalm 2. Dit is de belijdenis van het Joodse overblijfsel (Jh 1:50).

Daarenboven belijdt Petrus Hem als de Zoon van de levende God. Daarmee zegt hij dat in Hem leven is. Daarmee is ook verbonden dat Hij leven gevende macht bezit. De Zoon van de levende God te zijn betekent dat Hij Zelf dit leven heeft. Wat daarop gebouwd wordt, kan niet worden aangetast door de dood of iets wat daarmee in verbinding staat. Het leven van God kan niet tenietgedaan worden. Op Zijn Persoon is alles gegrond. Niemand kan de waarheid van de gemeente begrijpen als hij niet eerst de waarheid over Zijn Persoon heeft aanvaard. In de volgende verzen maakt de Heer Jezus een begin met de openbaring van de waarheid van de gemeente.

Copyright information for DutKingComments