Matthew 16:22-23

Eerste aankondiging van het lijden

Na de openbaring van Zijn bouwen van de gemeente spreekt de Heer Jezus voor de eerste keer over Zijn lijden, dood en opstanding. Hij weet dat dit nu voor Hem ligt. Wil er een gemeente zijn, dan zal Hij eerst het verlossingswerk aan het kruis moeten volbrengen en ook alle lijden moeten doorstaan dat Hem in verbinding daarmee zal worden aangedaan. Om dat alles te ondergaan moet Hij naar Jeruzalem – en niet om er de troon te bestijgen. Hij voegt er wel aan toe dat Hij op de derde dag zal worden opgewekt. Zijn dood is niet het einde. Hij wil dat Zijn discipelen dat weten.

Maar Petrus wil niets weten van een lijdende Messias. Dit kan niet waar zijn en het mag ook niet gebeuren! Hij roept er zelfs de genade van God voor te hulp. Petrus is nog te zeer bezig met de vestiging van het koninkrijk hier-en-nu. Daardoor gaat hij voorbij aan het probleem van de zonden van het volk. Hoe gezegend en geëerd Petrus ook is door de openbaring van de Vader, zijn hart hangt nog op een vleselijke manier aan de menselijke heerlijkheid van de Messias en in werkelijkheid aan die van zichzelf. Hij kan zich niet verheffen tot de hoogte van de gedachten van God. Hij is daarin niet alleen. Het is één ding om overtuigd te zijn van de meest verheven waarheden en ze zelfs oprecht als waarheid te genieten. Iets anders is dat het hart die waarheden heeft opgenomen en geniet en dat die brengen tot een wandel die in overeenstemming is met die waarheden.

De Heer onderkent de bron van waaruit Petrus spreekt. Petrus laat zich gebruiken door de satan die Hem van het pad van gehoorzaamheid wil afbrengen. De satan kan hem daarvoor gebruiken omdat hij niet de dingen van God bedenkt, maar die van de mensen. Mensen schuwen het lijden en willen heerlijkheid zonder ervoor te hoeven lijden. Bij God kan er geen heerlijkheid op aarde zijn behalve door lijden heen.

Copyright information for DutKingComments