Matthew 2:16-18

Vlucht naar Egypte

Jozef krijgt van God – weer in een droom (Mt 2:13; Mt 1:20) – de opdracht om naar Egypte te vluchten. Daar moet hij blijven ”totdat Ik het u zeg”. Dit is een belangrijke mededeling voor iedere gelovige. Het houdt in dat hij pas moet handelen als God iets zegt. Jozef is hier steeds de persoon aan wie God Zijn opdrachten geeft.

Jozef is gehoorzaam en doet direct, in dezelfde nacht, wat God tegen hem heeft gezegd. Zo moet de Heer Jezus, als Hij nog maar een Baby is, al vluchten. Engelen, die Zijn geboorte hebben aangekondigd, vormen geen escorte om Hem te beschermen. Hij is hier in nederigheid. Nooit heeft Hij Zijn macht gebruikt om Zichzelf tegen kwaad te beschermen. Hij vlucht of Hij verbergt Zich. Hij neemt hierin geen bijzondere plaats in te midden van de mensenkinderen, maar deelt in hun algemene lot. Hij ondergaat elke vernedering, want Hij wil niet dat Zijn volk iets lijdt zonder dat Hij daarin deelt.

Pas als Herodes is gestorven, keert Jozef terug. Hij daagt het gevaar niet uit. En als hij terugkeert, wordt weer een profetisch woord vervuld. Weer zien we hoe God de vijand gebruikt om Zijn Woord te vervullen. God weet het handelen van de mens en Zijn eigen handelen, handelingen die zo tegengesteld zijn aan elkaar, met elkaar te verbinden tot vervulling van Zijn plannen. Dit is een grote bemoediging voor allen die Hem toebehoren.

Het profetisch woord is een aanhaling uit Hosea. Het is een woord dat Hosea heeft gesproken met het oog op Israël en de roeping van dat volk uit de slavernij in Egypte. God noemt Israël “Mijn zoon” (Hs 11:1; Ex 4:22-23). Mattheüs past het nu toe op de Heer Jezus. Dat maakt duidelijk dat Christus Zijn geschiedenis op aarde wil beginnen waar Zijn volk is begonnen. Hij vereenzelvigt Zich met hen.

Maar hoe verschillend is Zijn weg van die van hen. Waar het volk in zijn roeping als zoon heeft gefaald, zal Christus volmaakt aan die roeping beantwoorden. Zo wordt Hij in Jesaja 49 de ware Knecht en in Johannes 15 de ware wijnstok – posities waarin Israël eens is geweest, maar niet in overeenstemming daarmee heeft geleefd. Hij is het ware Israël. In ruimere zin begint Hij de geschiedenis van de eerste mens, dat is van de hele mensheid, opnieuw. Hij doet dat als de tweede Mens en als de laatste Adam (1Ko 15:45-47) in verbinding met God.

Herodes wordt woest als hij merkt dat hij door de wijzen is misleid. In hem herkennen we de draak die het mannelijk Kind zoekt om het te verslinden (Op 12:3-5). Zijn haat tegenover de geboren Koning uit zich in een vreselijke moordpartij. Onschuldige kinderen vallen ten prooi aan de haat die zich tegen Christus richt. Hier zien we dat de geringste verbinding met een Christus Die aanwezig is, de satan actief maakt in zijn haat. De kinderen van twee jaar en jonger lijken zozeer op Hem, dat zij delen in het lot dat Hem wordt toegedacht. God voorkomt niet dat Herodes een kindermoordenaar wordt. Al die jonge kinderen worden ervoor bewaard op te groeien en later met het volk de Heer Jezus te vermoorden. Zij zijn in de hemel.

Met zijn slachtpartij vervult Herodes een woord van de profeet Jeremia (Jr 31:15). Groot is de smart vanwege de dood van deze kinderen. De kinderen worden aan Rachel toegerekend, de vrouw van Jakob, de moeder van Jozef en Benjamin. Zij is ontroostbaar vanwege dit verlies. Het lijkt alles voorbij. Maar het loopt God niet uit de hand. Hij houdt Zijn beschermende hand over Hem door en in Wie al Zijn beloften aan Zijn volk in vervulling zullen gaan.

In de toekomst, tijdens de grote verdrukking, zullen ook velen worden omgebracht die met Hem verbonden zijn en zal er ook grote rouw zijn. Dan verschijnt de Heer Jezus en brengt uitredding en voert Zijn volk in de zegen.

Copyright information for DutKingComments