Matthew 23:35

De Heer velt het oordeel

De Heer barst los tegen deze lieden. Door hen “slangen, adderengebroed” te noemen plaatst Hij hen op één lijn met de duivel. Evenmin als de duivel zal ontkomen aan de hel, zullen deze lieden dat. Deze uitspraak is wel de vreselijkste aanklacht van de lippen van de Heer Jezus die ons in de Schrift wordt vermeld. Nooit heeft Hij iets dergelijks tegen welke tollenaar of zondaar ook gezegd. Deze vlammende woorden heeft Hij bewaard voor godsdienstige huichelaars.

Met de woorden “daarom, zie, Ik zend tot u”, verheft Hij Zich hier in Zijn Goddelijke gezag als Rechter boven hen. Degene, Die ze op het punt staan te doden, is Jahweh, God bekleed met macht. Nadat Hij door hen is gedood, zal Hij opstaan. Na Zijn opstanding en hemelvaart zal Hij als de verheerlijkte Heer en Christus profeten en wijzen en schriftgeleerden naar hen zenden.

Het zenden van deze dienaren is een nieuw bewijs van Zijn grote genade. Ook voor dat nieuwe bewijs van genade zullen ze blind blijven vanwege het eigen belang dat ze zullen blijven nastreven. Ze zullen meerdere van deze nieuwe getuigen doden. Daardoor zullen ze de volle maat van hun ongerechtigheid in de verwerping van hun Messias laten overvloeien.

In het getuigenis van Stéfanus en het vermoorden van hem hebben we daarvan een treffend voorbeeld. Hoe is deze getuige opgetreden als profeet die tot hun hart en geweten sprak. De wijsheid waarmee hij sprak, konden zijn tegenstanders niet weerstaan, en zijn uitleg van de Schrift kon niemand weerleggen (Hd 6:10; Hd 7:53). Het resultaat is dat ze hem in grote woede hebben gestenigd (Hd 7:57-58).

Het gevolg van de verwerping van de dienaren die de Heer in Zijn genade na Zijn hemelvaart zal zenden, is dat er geen redding meer voor hen mogelijk zal zijn. De maat is meer dan vol. Al het door hen vergoten bloed zal over hen komen. God zal het vergoten bloed van iedere rechtvaardige van hun hand eisen. De eerste rechtvaardige van wie het bloed is vergoten, is Abel (Gn 4:8). De laatste martelaar van wie in de Schrift sprake is, is Zacharia (2Kr 24:20-22). Bij dit laatste moeten we bedenken dat in de Hebreeuwse Bijbel het laatste bijbelboek niet Maleachi, maar Kronieken is.

Met een plechtig “voorwaar, Ik zeg u”, bekrachtigt de Heer het vonnis over “dit geslacht”, dat wil zeggen dit soort mensen.

Copyright information for DutKingComments