‏ Matthew 25:25

De boze en luie slaaf

Het contrast tussen de slaaf met het ene talent en de beide andere slaven is groot. De slaaf met het ene talent komt ook bij zijn heer, maar zijn verhaal is heel anders. Hij spreekt de heer aan als een harde meester. Hij heeft dingen van zijn heer waargenomen en daaraan zijn eigen volkomen misplaatste conclusie verbonden. Hij heeft zijn heer beoordeeld vanuit een ongehoorzame en luie houding. Dan word je wel bang. Vanuit zijn bangheid heeft hij het talent van zijn heer veracht. Hij hoefde het niet toen hij het kreeg en hij wil het nog steeds niet. Hij brengt het bij zijn heer om het als een waardeloos en zelfs verachtelijk talent weer bij hem in te leveren.

De heer kwalificeert de slaaf als boos en lui. Hij is een “boze” slaaf omdat hij niet heeft gedaan wat zijn heer heeft gezegd. Hij is een “luie” slaaf omdat hij er ook geen enkele moeite voor heeft gedaan. Hij stelde zijn eigen belang boven dat van zijn heer. De heer zegt tegen hem dat de kennis die hij van zijn heer meent te bezitten hem tot een verstandig handelen had moeten brengen. Dan had hij dat geld in elk geval niet in de grond gestopt, maar naar de bank gebracht. Het had dan in elk geval nog rente opgeleverd. Maar mensen die boos en lui zijn, komen tot verkeerde conclusies en die conclusies zetten hen aan tot een verkeerd handelen.

De heer bepaalt dat het ene talent moet worden gegeven aan hem die er tien heeft. De heer laat hem de winst van de vijf houden en hij krijgt er nog eentje extra bij. Aan hem is dat ene talent beter besteed. Naar dit beginsel handelt de Heer altijd. Wie heeft en daar trouw mee handelt, krijgt er meer bij en komt tot overvloed. Wie niet heeft, van hem wordt genomen wat hij meent te bezitten. Wat hij heeft, bezit hij ten onrechte. Het is niet zijn eigendom, want het is van zijn heer die het hem heeft gegeven om daarmee te handelen.

De slaaf wordt in de buitenste duisternis geworpen vanwege zijn nutteloosheid. Hoe erg is het om nutteloos te zijn. We kunnen ons misschien wel eens nutteloos voelen, maar we zijn het niet. Daarom is deze gelijkenis een aansporing om te werken met wat de Heer ons heeft gegeven. Wie meent dat hij ‘slechts’ één talent heeft ontvangen, moet extra waakzaam zijn voor het gevaar boos en lui te zijn. De Heer deelt in Zijn vrijmacht uit en het is de liefde voor de Heer die motiveert om met elk talent dat we van Hem hebben gekregen voor Hem te werken.

De buitenste duisternis is de plaats die het verst van God verwijderd is. God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis. In die buitenste duisternis is de mens volkomen aan zichzelf overgelaten, zonder één lichtstraal. Hij kan daar alleen huilen en zijn tanden knarsen vanwege de wroeging dat hij tijdens zijn leven boos en lui is geweest. Die wroeging zal hem eeuwig kwellen.

Copyright information for DutKingComments