Matthew 27:4

De dood van Judas

Judas heeft het ‘proces’ gevolgd. Als hij ziet dat de Heer is veroordeeld, wil hij zich terugtrekken uit het complot. Tijdens de ondervraging en mishandeling heeft hij niets gedaan. Het lijkt erop dat hij heeft zitten wachten op het moment dat de Heer Zich door een wonder van Zijn belagers zou ontdoen. Maar Judas is blind voor Wie Christus is en voor het werk dat Hij zal doen. Het geld heeft hem in zijn greep. Al zijn overwegingen lopen daarom op niets uit. Zijn berouw is ook geen berouw over zijn misdaad, maar over de afloop die hij zo niet had ingeschat.

Judas weet dat de Heer onschuldig is. Zijn door de satan misleide geweten is genoodzaakt getuigenis te geven van de onschuld van de Heer. De verharding van de overpriesters en oudsten is zo mogelijk nog erger dan die van Judas. Judas erkent dat hij onschuldig bloed heeft overgeleverd. De leidslieden zijn gewetenloos, mensen zonder enig gevoel. Zij willen zich van Christus ontdoen wat het hen ook kost aan geld of mensen.

Na de volkomen gevoelloosheid van de leidslieden zinkt Judas in volkomen wanhoop weg. Wat hij scheen gewonnen te hebben met zijn verraad, werpt hij voor niets terug in het tempelhuis. Verleid en volkomen overweldigd door de duivel verliest hij daarna ook zichzelf. Hij gaat weg en hangt zich op. Het is geen verlossing van zijn kwellend geweten. Zijn daad zal hem tot in eeuwigheid kwellen in de pijnen van de hel (Jh 17:12; Mt 18:8-9).

De overpriesters hebben het zilver weer terug in hun handen. Het maakt hun opperste huichelarij openbaar. Het geld dat ze zelf hebben uitgekeerd voor het verraad, bestempelen ze nu als bloedgeld. Het verraadt hun blindheid. Zijzelf zijn er de oorzaak van dat dit bloedgeld is. Ze veroordelen hiermee zichzelf. Ze beraadslagen erover wat ze met dit geld moeten doen. Elke beraadslaging wordt gevoerd vanuit de gedachte dat ze zich van de Zoon van God willen ontdoen, terwijl ze zichzelf voorhouden dat ze schone handen willen houden.

Zoals altijd staat God ook boven dit gebeuren en gebruikt Hij de uitkomst van hun beraadslaging als een getuigenis tegen hen. Door het kopen van de akker hebben zij een blijvend gedenkteken gesticht van hun eigen zonde en het bloed dat zij vergoten hebben. Door de moord op Gods Zoon is de wereld een bloedakker geworden.

Het plan om de zilverlingen te gebruiken voor de aankoop van de akker van de pottenbakker is ook weer door God voorzegd in Zijn Woord. De aanhaling komt uit Zacharia 11 (Zc 11:12-13). [Dat hier staat “wat gesproken is door de profeet Jeremia”, kan het gevolg zijn van een latere invoeging, want mogelijk heeft er oorspronkelijk niets anders gestaan dan “de profeet”.]

Copyright information for DutKingComments