Matthew 27:48

Door God verlaten

Iedereen heeft Zich tegen de Heer gekeerd. Nu volgt de schepping. Er komt een drie uur durende duisternis. Elk uitzicht wordt Hem benomen. Hij hangt onbeschrijflijk eenzaam tussen hemel en aarde. De aarde wil Hem niet en verhoogt Hem. De hemel sluit Zich nu ook boven Hem.

De duisternis is niet alleen een abnormaal natuurverschijnsel, want het is midden op de dag. Deze bijzondere duisternis is ook een teken van wat er in die drie uren van duisternis gebeurt. In deze uren heerst ook duisternis in de ziel van de Heer Jezus. Hij wordt met de zonden beladen van allen die in Hem geloofd hebben sinds Adam en van hen die nog in Hem zullen geloven tot Hij de nieuwe hemel en de nieuwe aarde heeft gevestigd. Hij wordt tot zonde gemaakt, tot de bron van waaruit alle zonden zijn voortgekomen (2Ko 5:21). Zo oordeelt de heilige God alles wat tegen Zijn wil in de schepping is gekomen in Zijn enige, veelgeliefde Zoon. Hij spaarde Hem niet (Rm 8:32).

Aan het einde van die voor ons ondoorgrondelijke uren klinkt de kreet: “Eli, Eli, lemá sabachtháni.” De diepte van deze uitroep is door ons niet te peilen. Altijd was Christus in volkomen gemeenschap met Zijn God. Nooit is er iets geweest tussen Hem en God. Hij is Gods Metgezel geweest (Zc 13:7) en heeft op volmaakte wijze met Hem gewandeld. De Vader heeft een en andermaal getuigd van het welbehagen dat Hij in Zijn Zoon heeft (Mt 3:17; Mt 17:5).

Al de tijd dat de Heer Jezus op aarde is geweest, heeft Hij God volle vreugde gegeven. Hij, de Zoon van God, is de enige Mens geweest Die alle geboden volmaakt heeft gehoorzaamd. En Hij heeft nog zoveel meer gedaan. De Zoon is ook gehoorzaam geweest in alles wat de wet niet vraagt. Tevens doet de Zoon niet alleen gehoorzaam wat God heeft gevraagd, maar Hij doet het ook uit volkomen liefde voor de Vader. Het is Zijn spijs om de wil van de Vader te volbrengen (Jh 4:34).

En deze Zoon, Die God in alles geëerd heeft, wordt door God tot zonde gemaakt. God stoot Hem van Zich als het meest afschuwelijke voorwerp op aarde. Het zwaard van Zijn gerechtigheid ontwaakt en slaat Hem (Zc 13:7). Van wat er in deze drie uren door de Heer Jezus is heengegaan, kunnen we iets lezen in Psalm 22. Na de drie uren van duisternis waarin Hij tot zonde is gemaakt en Gods oordeel daarover ontving, brengt Hij de grootte en diepte van Zijn smart op de meest treffende wijze tot uiting in Zijn vraag: “Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?”

Het is een van de weinige keren dat de Heilige Geest een uitspraak van de Heer Jezus onvertaald weergeeft. Hij voegt er voor ons de vertaling aan toe. Dat de jammerklacht van de Heer wordt weergegeven in de taal waarin Hij sprak, verdiept de aanvoeling van Zijn lijden. In de taal van vertrouwelijke omgang uit Hij Zijn diepste gevoelens over de verwerping die Hij nu ondergaat. Alles wat mensen Hem hebben aangedaan, heeft Hij stil en zwijgend verdragen. Maar nu heeft Zijn God Hem verlaten. Dit is onverdraaglijk. Altijd was God bij Hem. Tot in het diepst van Zijn ziel voelt Hij dat God Zich tegen Hem heeft gekeerd.

Hij richt Zich tot God als Zijn God. Altijd is God voor Hem ‘Mijn God’ geweest. De Heer zegt het twee keer: “Mijn God, Mijn God.” Het versterkt het gemis aan de omgang met Zijn God. Dan vraagt Hij waarom God Hem heeft verlaten. Ook dat vloeit voort uit Zijn volmaaktheid. Ook in het dragen van onze zonden deed Hij de wil van God. Tegelijk kon God daardoor geen omgang met Hem hebben. Zonde brengt altijd scheiding tussen de mens en God. Dat gold in de uren van duisternis in volle hevigheid voor Christus. Wij weten waarom God Hem heeft moeten verlaten: het is om onze zonden die scheiding maakten tussen ons en God. Hij deed die scheiding teniet door Zelf die scheiding te ervaren. Wat een genade!

Door de omstanders worden Zijn woorden bewust verkeerd uitgelegd. Wat Hij in Zijn grootste nood tot God roept, wordt spottend uitgelegd als een roep om Elia. Dan is er iemand die toch medelijden met Hem heeft. Geraakt door wat hij ziet en hoort, wil deze omstander Hem te drinken geven om Zijn lijden te verzachten. Tegelijk vervult hij daarmee het woord uit Psalm 69 (Ps 69:22). God doet Zijn Woord in elk detail uitkomen en de Heer Jezus is de vervulling ervan.

Maar Zijn haters kennen geen genade. Ze houden de man tegen die de Heer te drinken wil geven en gaan door met hun bespotting. Ze willen wel eens zien of Elia komt om Hem te verlossen. Ze zijn door de duisternis heen gegaan, maar de angstwekkende indrukken daarvan zijn terstond weer verdwenen als de duisternis voorbij is. Zo reageren veel mensen op situaties van angst. Het brengt hen niet tot God, maar ze gaan in dezelfde goddeloosheid voort als voor hen de situatie weer ten goede is veranderd.

Dan roept de Heer opnieuw en voor de laatste keer met “luider stem”. Zijn ‘luide stem’ geeft aan dat Zijn geestkracht ongebroken is. Vervolgens geeft Hij de geest, wat erop wijst dat het een bewuste, door Hem Zelf gewilde handeling is. Het maakt Zijn gehoorzaamheid compleet. Tot in Zijn dood doet Hij alles wat in de Schrift over Hem staat. Zijn dood is bovennatuurlijk en gaat gepaard met de bovennatuurlijke tekenen die in de volgende verzen worden beschreven.

Copyright information for DutKingComments