Matthew 5:43-44

Liefde voor vijanden

Het eerste deel van wat ze hebben gehoord, “u zult uw naaste liefhebben”, staat in de wet (Lv 19:18b). Voor de farizeeën betekent dit in de praktijk dat ze alleen hun partijgenoten liefhebben, want alleen die zien ze als hun naasten. Ook discipelen van de Heer lopen gevaar de liefde tot de naaste te begrenzen tot hen met wie ze het eens zijn. Het tweede deel, “uw vijand haten”, is een zelfgemaakte toevoeging.

Ingeleid met het bekende woorden “maar Ik zeg u” gaat de Heer uitdiepen wat is gezegd. Vervolgens geeft Hij er de ware betekenis en inhoud aan. Hij laat zien dat ook ‘uw vijand’ een naaste is die we moeten liefhebben. In de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan is Hij daarin Zelf het voorbeeld (Lk 10:29-37). Waar nood is, daar gaat het hart van de Heer naar uit ongeacht hoe ze Hem daarvoor behandelen. Alle ondankbaarheid die Hij ontvangt, zelfs verwerping en dood, kan Hem er niet van weerhouden te handelen naar Zijn natuur van volmaakte liefde en gevende goedheid. Dat doet Hij omdat de Vader zo is. En Hem wil Hij verheerlijken. Juist naar de naaste toe is er een weerspiegeling te geven van de Vader door in waardigheid als zonen van de Vader te handelen.

God wordt hier niet voorgesteld als Wetgever, maar als Vader. Zo wordt God in een nieuw licht gezien. God als Vader beheerst het onderwijs van de Heer hier. Wij behoren ons op praktische wijze als zonen van onze Vader in de hemelen te bewijzen. Een zoon is namelijk dan volmaakt als hij is zoals zijn vader. Dan gaat het er niet om hoe die ander tegenover mij staat (heeft hij mij lief?) of wie die ander voor mij is (is hij mijn broeder?). Zo bekijken de mensen in de wereld die zaken. Het gaat er juist om dat wij naar alle mensen toe, zelfs naar onze vijanden, laten zien Wie onze hemelse Vader is. Het hele gedrag van de discipelen moet verwijzen naar hun Vader in de hemel.

Copyright information for DutKingComments