Matthew 7:22-23

Het oordeel over valse belijders

Het gaat er niet om wat iemand zegt, maar wat hij doet. Iemand kan nadrukkelijk belijden dat Jezus “Heer” is en daarbij het woord “Heer” zelfs twee keer noemen. Maar als hij niet Gods wil volbrengt in onderwerping aan de Schrift, zal de Heer hem verwerpen. Hij noemt zulke lieden “werkers van de wetteloosheid”, dat zijn mensen die geen enkel gezag erkennen en zeker niet dat van God.

Valse belijders erkennen met hun mond het gezag van de Heer, maar in de praktijk handelen ze daar niet naar. Judas is een vreselijk voorbeeld van zulke mensen. Hij heeft ongetwijfeld indrukwekkende dingen gesproken en gedaan in de Naam van de Heer, maar er was bij hem geen innerlijke gehechtheid aan Hem. Hij heeft zich nooit bekeerd en bezat daarom geen nieuw leven.

De Heer kijkt hier vooruit door de eeuwen heen naar het laatste oordeel. Hij zal openlijk van al die mensen die Hem alleen met de lippen hebben beleden, zeggen dat Hij hen nooit heeft gekend. Natuurlijk kende Hij hen volmaakt. Daarom komt Hij tot deze volmaakt rechtvaardige veroordeling. Dat Hij hen nooit heeft gekend, wil zeggen dat er tussen Hem en hen nooit een door Hem erkende relatie is geweest omdat zij zich niet hebben bekeerd. Hun eigen waardering van hun dienst zal plaatsmaken voor Zijn beoordeling ervan.

Copyright information for DutKingComments