Matthew 8:2-4

Reiniging van een melaatse

Het eerste werk van Zijn macht dat Mattheüs beschrijft, is de reiniging van een melaatse. Terwijl de menigte verschrikt zal zijn teruggedeinsd bij het naderen van de melaatse, loopt de Heer niet vol afschuw weg. De man is overtuigd van de macht van de Heer Jezus, maar niet zozeer van Zijn genade. De Heer ontvangt hem echter vol genade. Hij handelt direct door Zijn hand uit te strekken, hem aan te raken en het machtwoord tot reiniging te spreken. Op Zijn machtwoord wordt de melaatse gereinigd. Iemand die een melaatse aanraakt, wordt zelf onrein. Maar de gezegende Verlosser komt zo dicht bij de mens, dat Hij de verontreiniging kan wegnemen zonder Zelf verontreinigd te worden.

In Leviticus hebben we wel ceremoniën voor de reiniging (Lv 14), maar niet voor de genezing. Melaatsheid is alleen door God te genezen (vgl. 2Kn 5:7). De Heer Jezus is God.

Hij is ook de Wetgever. Daarom zegt Hij tegen de gereinigde dat hij naar de priester moet gaan om de voorschriften voor reiniging die door Mozes zijn opgeschreven te vervullen. De diepere reden hiervan is dat de reiniging van de man voor de godsdienstige klasse een duidelijke aanwijzing moet zijn dat God onder hen aanwezig is. De priester die hem tevoren onrein heeft verklaard, zal nu zien dat de man genezen is en dat kan alleen God gedaan hebben. Daar de Heer Jezus de reiniging tot stand heeft gebracht, zou de priester tot de conclusie moeten komen dat in Hem God onder Zijn volk aanwezig is.

Het is met de melaatsheid als met de zonde. Melaatsheid is een beeld van de naar buiten uitbrekende, verderfelijke macht van de zonde die ook nog eens voor anderen besmettelijk is. Melaatsheid maakt net als de zonde iemand afstotelijk, ongeschikt om tot Gods eer en tot zegen van anderen te leven. Mirjam, Gehazi en Uzzia of Azaria werden melaats als een zichtbaar bewijs van de hoogmoed en hebzucht die in hun hart was (Nm 12:10-15; 2Kn 5:27; 2Kn 15:5; 2Kr 26:16-21).

Niemand kan de zonde wegnemen dan alleen de Zoon van God (1Jh 3:5). De zonde is een verhindering om als discipel te functioneren. De Heer wil bij ons elke verhindering wegnemen, opdat we Hem kunnen volgen.

Copyright information for DutKingComments