‏ Matthew 9:36

De Heer met ontferming bewogen

De lasterlijke tegenstand van de godsdienstige leiders onderbreekt in het geheel niet de zegenrijke loopbaan van de Heer. Hij slaat geen stad of dorp over. Overal waar Hij komt, leert, predikt en geneest Hij. Dat doet Hij met grote bewogenheid en ontferming omdat Hij weet hoezeer deze schapen van God aan gevaren zijn blootgesteld, aan leidslieden zonder erbarmen. Hij ziet hen als afgematte schapen, zonder herder, overgeleverd aan wrede wolven (Ez 34:1-6). Tegelijk ziet Hij hen als een grote oogst. Wie is bereid naar deze schapen toe te gaan om hen van de ware Herder te vertellen? Het waren er toen maar weinig en het is vandaag niet anders. Maar er is een uitweg: het gebed.

De Heer zegt tegen Zijn discipelen – en tegen ons als we belijden discipelen van Hem te zijn – dat ze tot “de Heer van de oogst” moeten bidden dat Hij arbeiders in Zijn oogst uitstuurt. De Heer van de oogst is de Heer Jezus Zelf. Dat zien we direct in het volgende hoofdstuk (Mt 10:5). Ervoor bidden is één ding, ons beschikbaar stellen om uitgestuurd te worden, is iets anders. Als we ervoor gaan bidden, is de kans groot dat Hij ons uitstuurt. Niet de nood, maar alleen de Heer bepaalt of we moeten gaan, waarheen we moeten gaan en wanneer, en wat we moeten doen.

Copyright information for DutKingComments