Micah 6:8

Wat de HEERE heeft bekendgemaakt

Als ze willen weten waarmee ze God tevreden kunnen stellen, vragen ze naar de bekende weg. God heeft dat al bekendgemaakt (Dt 10:12-13). Micha wijst op wat ze zouden moeten weten als het erom gaat wat God wil. Het volk wordt aangesproken als “mens”, wat de algemene geldigheid aangeeft van wat de HEERE vraagt. Het woord ‘mens’ ziet ook op de nietigheid van de mens tegenover de hoge God. De HEERE heeft bekendgemaakt “wat goed is”. Dingen die “goed” zijn, zijn dingen die een goede uitwerking hebben, dingen die tot welzijn van anderen en zichzelf dienen.

Micha noemt drie goede dingen en “anders” niets. Iets anders is niet nodig. Hier kunnen ze het dan ook mee doen. Ze hoeven er niets bij te verzinnen of er iets anders voor in de plaats te bedenken. De drie dingen hebben betrekking op de drie verhoudingen waarin de mens staat: tot de naaste, tot zichzelf en tot God (vgl. Mt 23:23; Lk 11:42).

1. Het eerste is “recht te doen” of rechtvaardig handelen tegenover de naaste, dat wil zeggen handelen naar de normen van Gods Woord. Bij onze naaste kunnen we denken aan de huisgenoten, de medeleden van de gemeente en onze collega’s en buren.

2. Het tweede is “goedertierenheid lief te hebben” als een gezindheid van het eigen hart. Dit betekent dat we de gezindheid van God hebben. We zijn dan niet hard, hebben geen eigendunk en stellen ons niet boven de ander, maar zoeken het welzijn van de ander.

3. Het derde is “ootmoedig te wandelen met uw God”, dat is een wandel die tot Zijn eer en vreugde is (vgl. Gn 5:29; Gn 6:9). Met God wandelen houdt in dat we in bewuste gemeenschap met God in nederigheid van geest leven. Dit omvat het hele leven in al zijn uitingen, het hele gedrag dat vertoond wordt. Om zo te kunnen leven moet iemand nieuw leven hebben. Deze dingen zijn niet te volbrengen door de niet-wedergeboren mens. We zien het volmaakt in de Heer Jezus en kunnen het van Hem leren, want Hij is “zachtmoedig en nederig van hart” (Mt 11:29).

Voor de christen die de zegeningen van het hemelse land, de hemelse gewesten, kent en geniet, betekent dit dat hij “in ware gerechtigheid” leeft (Ef 4:24), “goedertieren” is tegenover anderen (Ef 4:32) en “in alle nederigheid” de ander in liefde verdraagt (Ef 4:2).

Copyright information for DutKingComments