Micah 7:16-17

Gevolgen voor de heidenvolken

Een bijkomend effect van de wonderen is dat de heidenvolken “het zien en beschaamd worden”. Als God voor Zijn volk opkomt door de komst van de Messias, zal er bij de volken geen kracht meer zijn. Ze zullen geen weerwoord meer hebben. “De hand op de mond leggen” is ook een teken van ontzetting, van eerbied, van een zwijgen uit ontzag wegens wat ze zien (Ri 18:19; Jb 21:5; Jb 29:9-10).

Hun doofheid kan letterlijk bedoeld zijn en het gevolg zijn van de oorverdovende gebeurtenissen die God laat plaatsvinden (vgl. Jb 26:14). In geestelijke zin kan het betekenen dat ze doof zijn vanwege het vele en wonderlijke dat zij horen, maar niet tot hen doordringt omdat ze het niet kunnen bevatten.

Hun houding ten opzichte van de HEERE zal dan radicaal veranderd zijn. Ze zullen Hem niet meer tarten met hun vermetele uitspraken. Net als de slang en andere kruipende dieren van de aarde zullen ze vernederd worden en stof likken (Gn 3:14; vgl. Ps 72:9 voor de Messias; Js 49:23 voor Israël). Zoals slangen uit hun holen tevoorschijn komen, zullen de volken dat doen in beving voor de Messias. Alle opstandigheid is verdwenen. Er is nu alleen siddering, angst en vrees voor “de HEERE, onze God”, dat is de God van Zijn volk.

Copyright information for DutKingComments