Nahum 3:1-7

Inleiding

Nahum noemt nog eens de reden van het oordeel over Ninevé. Het oordeel komt vanwege de vele zonden van de stad (Na 3:1-7). Dat oordeel kan zij net zomin afwenden als No-Amon dat heeft kunnen doen (Na 3:8-13). Het oordeel zal haar ondanks alle hulpmiddelen vol verschrikking treffen (Na 3:14-19).

Wee de bloedstad

De stad is vol geweld en leugen. Geweld en leugen zijn de twee uitingen van de zonde waaronder alle zonden zijn begrepen (vgl. Gn 6:11). Ze zijn er als het ware een samenvatting van. Ninevé schijnt uitgebroed te zijn door de geest van zijn stichter Nimrod, die een machtig jager was voor het aangezicht van de HEERE en die zijn rijk op bloed heeft gebouwd (Gn 10:8-9).

Ninevé is “de bloedstad” en “een en al leugen” omdat alle buit in de stad door bloedvergieten en bedrog is verkregen. Niets ervan is voor anderen bestemd. Het dient alles tot bevrediging van de eigen begeerten. En het roven gaat nog steeds door omdat de begeerte onverzadigbaar is. Het is nooit genoeg. Het is daarmee een beschrijving van de ongebreidelde hebzucht die vandaag de mensheid in zijn algemeenheid kenmerkt.

Het strijdtoneel

Aan de situatie van het vorige vers komt een dramatisch einde. De profeet beschrijft op levendige wijze, alsof hij oog- en oorgetuige is, de aanval op en de bestorming van de stad Ninevé (vgl. Na 2:3-5). Het begint met “zweepgeknal” (Na 3:2), wat erop wijst dat de paarden tot steeds grotere snelheid worden aangejaagd. De “ratelende wielen” kondigen hoorbaar de komst van de vijand aan. De “galopperende paarden” zijn onstuitbaar in hun ren naar Ninevé. Ze lopen zo hard, dat de wagens die ze trekken, over de hobbelige ondergrond heen en weer en op en neer hotsen.

Behalve bemande strijdwagens met paarden ervoor zijn er ook bereden paarden (Na 3:3). De ruiters zijn ook klaar voor de strijd. Ze steigeren met hun paarden, ze slaan erop los met hun vlammende zwaarden en werpen hun speren met de snelheid van de bliksem.

De slachting is groot: vier keer wordt er gewezen op de lijken – waarvoor in het Hebreeuws drie verschillende woorden worden gebruikt – die als een spoor door het binnengevallen leger worden nagelaten. Er zijn zoveel lijken, dat de overwinnaars er in hun opmars over struikelen. Zoals er is gezegd van de rijkdom, dat daaraan geen einde komt (Na 2:9), zo wordt dat hier gezegd van de dode lichamen.

De reden van het oordeel

Nahum noemt de reden van het oordeel, “vanwege”. Ninevé wordt vergeleken met een verleidelijke, knappe hoer, die vele volken in haar netten heeft gevangen. Ze lijkt hierin op “het grote Babylon, de moeder van de hoeren” (Op 17:1-6). Ninevé is knap, ze heeft grote aantrekkingskracht op andere volken die ook die weelde willen. Het oordeel komt over haar omdat ze als een hoer mensen heeft aangetrokken door wat ze heeft aan te bieden. Ze heeft occulte praktijken aangeboden, seksuele verdorvenheid, valse godsdienst, politieke gunsten, onbeschaamde welvaart en mateloos plezier in een arme ten onder gaande wereld. Met deze verleidingen heeft ze zelfs Gods volk benaderd om hen ertoe te bewegen zich aan haar over te geven (2Kn 18:31-32).

Drie keer wordt in dit vers haar hoererij genoemd, waardoor wel duidelijk haar walgelijke bezigheden getekend worden. Hoererij betekent verraad, ontrouw, verdorvenheid en wellustige begeerte. Zij hult zich in het kleed van de liefde en onder de schijn daarvan bevredigt zij haar lust naar macht en rijkdom.

Bij haar hoererij maakt ze gebruik van toverij. Ze is een hoer en een heks. Haar hoererij is niet afgoderij zoals bij Israël, dat met de levende God in verbinding staat. Zij legt zich toe op toverij. Het is haar manier van politiek bedrijven, het sluiten van een bedrieglijke vriendschap en arglistige politiek, waarmee zij andere staten heeft omstrengeld en in haar macht heeft gekregen. Toverij is het betoveren van iemand om hem daardoor aan zich te binden. Zowel toverij als hoererij veronderstelt een controle die wordt uitgeoefend door verborgen, geheime middelen die dodelijk in hun uitwerking zijn. Izebel was een vrouw van hoererij en toverij (2Kn 9:22; vgl. Op 21:8; Op 22:15).

‘Volken verkopen’ wil zeggen hen van hun vrijheid beroven en in slavernij brengen door middel van hoererijen. ‘Geslachten’ zijn kleinere volksstammen, volkjes.

De passende straf

De behandeling die zij krijgt, past bij een hoer. Op het gebied waar zij zondigt, ligt ook haar straf (Js 47:3; Ez 16:37-41; Jr 13:26). De HEERE Zelf zal bewerken dat de bewondering van allen die zich met haar hebben ingelaten, in afschuw verandert. Het is het beeld van een in ongenade gevallen hoer, die oud en onaantrekkelijk is geworden. Haar naaktheid, haar ware gedaante, wordt onthuld. Ze wordt nu met afschuw en minachting behandeld. Als we mensen tot zonde verleiden, zullen ze ons daar uiteindelijk niet voor bedanken, maar voor verachten.

Het wil niet zeggen dat zij die zich met haar hebben ingelaten, beter zijn. Ze zijn net zo slecht. Maar hier gaat het om het oordeel over Ninevé. Ze zal het kenmerk van de grootste verachting dragen. Vuil op iemand werpen is een beeld van de smadelijkste behandeling en verachting. Ze zal te kijk worden gezet, wat betekent dat ze een voorwerp van openlijke smaad zal zijn.

Ninevé is zonder iemand die troost

Naties zullen met verbazing naar Ninevé kijken. Maar er zal geen natie zijn die medelijden met haar heeft omdat zij haar ondergang heeft verdiend. Zij die van niemand de vriend is geweest, heeft ook niemand die haar beklaagt. Wie God afwijst, heeft geen trooster (vgl. Kl 1:2; 9). Er is geen hoop voor Ninevé.

De uitdrukking “medeleven betuigen” is letterlijk ‘het hoofd schudden’. Het schudden van het hoofd is een uiting van medeleven wanneer iemand in groot verdriet is, waarmee als het ware wordt gezegd: ‘Ik kan het ook niet begrijpen waarom deze smart jou getroffen heeft.’

Copyright information for DutKingComments