Nahum 3:14-19

Ironische oproep tot verdediging

Ten slotte ontneemt de profeet de met schuldbeladen stad de laatste steun voor haar hoop: het vertrouwen op haar vestingen en haar talrijke bevolking. De volgende beschrijving is weer ironisch bedoeld. De profeet adviseert hun met het oog op de lange belegering alle voorzorgsmaatregelen te nemen om de vijand buiten de poort te houden. De eerste behoefte is water. Verder moet ze de stad versterken waar dat maar mogelijk is. Daartoe moet ze klei bewerken en daarvan stenen maken. Er moet een voorraad worden aangelegd om de bressen die de vijand slaat weer te dichten.

Ninevé totaal verwoest

Ondanks alle maatregelen zal de vijand de stad met vuur verbranden. Ook het zwaard van de vijand zal zijn verwoestende werk doen. Het resultaat zal zijn dat het zal lijken alsof een sprinkhanenplaag de stad heeft getroffen. Waar treksprinkhanen hebben huisgehouden, is alles kaalgevreten en is er niets groens meer over.

De oproep om zich te vermeerderen als de sprinkhanen is weer ironisch bedoeld. De Assyriërs hebben zich voortdurend uitgebreid. Nu aan die uitbreiding een definitief einde is gekomen, klinkt die oproep als een bespotting.

Alle handel is verdwenen

De toename van het aantal handelaars is als de vermeerdering van de sprinkhanen van het vorige vers. Ninevé heeft zich op haar economische groei beroemd. Ze heeft die zelfs vergeleken met de sterren aan de hemel. Door de Tigris heeft Ninevé verbinding met de zee en daardoor een grote handelsmogelijkheid. Ook hierdoor is de stad tot grote welvaart gekomen. Maar alles wat de kooplieden hebben verzameld, zal worden geroofd. Diezelfde sprinkhanen die als symbool van hun vermeerdering dienen, zullen verdwijnen zodra het met hun welvaart is gedaan. Het zullen ‘mooi-weer vrienden’ blijken te zijn.

Ninevé is van de aardbodem verdwenen

Vorsten en het hele ambtelijke apparaat, die even talrijk zijn als de handelaars (Na 3:16), zullen verdwijnen zonder een spoor achter te laten.

De manier waarop Nahum het oordeel over Ninevé in de Na 3:15-17 beschrijft, laat zien dat hij een woordkunstenaar is. De Assyriërs hebben hun rijk opgebouwd door vermenigvuldiging van macht, rijkdom en mensen in menigte als sprinkhanen, alles alleen voor hun eigen bevrediging. Nu gaat hun rijk ten onder als slachtoffer van het eigen belang dat ze hebben nagestreefd. Er blijft niets van over, er is zelfs niets van terug te vinden. Het is definitief verloren gegaan.

Rijkdom is betrekkelijk. Het kan zomaar vleugels krijgen en wegvliegen (Sp 23:4-5). Daarom moeten we er op de goede manier naar kijken en mee omgaan. Onze aardse bezittingen gebruiken we op de goede manier als we ze gebruiken met het oog op de toekomst. Wat we weggeven voor Gods koninkrijk, zijn we niet kwijt, maar is een investering die zijn rendement zal opleveren als Christus komt om Zijn rijk op te richten.

De leiders gedood, het volk verstrooid

De Na 3:18-19 zijn direct gericht tot de “koning van Assyrië”. Hij is de ziel van het kwaad van Ninevé. In hem is alle kwaad samengebald en hij is de uitvoerder ervan. Tegen hem wordt gezegd dat ook de samenhang van de adellijke klasse – de “herders” of heersers en de “machtigen” – instort. Hun lot wordt met ironische dubbelzinnigheid door Nahum beschreven. “Sluimeren” heeft de betekenis van doodsslaap (vgl. Ps 76:6; Js 56:10; Jr 51:39) en niet van zorgeloosheid of onoplettendheid.

De herders van de koning van Assyrië hebben alleen zichzelf geweid. Zij hebben de kudde, het Assyrische volk, in het kwaad geleid en verstrooid. De bergen in het noorden van Assyrië zullen vervuld zijn van verstrooide bewoners (vgl. Nm 27:17; 1Kn 22:17; Zc 13:7). “Dan zal hij tot zijn einde komen, en geen helper hebben” (Dn 11:45).

Ninevé is onherstelbaar verwoest

Het boek eindigt (vgl. Na 1:15) met de reactie van hen die van deze gebeurtenissen horen. Ongeveer een halve eeuw na de profetie van Nahum is zijn profetie in vervulling gegaan. De stad is in 612 v.Chr. gevallen en verwoest door het bondgenootschap van Meden en Babyloniërs. Er zal vreugde over de verwoesting van Ninevé zijn bij allen die van haar te lijden hebben gehad. En wie heeft er niet van haar te lijden gehad? Maar dat zal nooit meer gebeuren, want het “kwaad” dat “voortdurend” over iedereen heen is gekomen, is beëindigd.

Copyright information for DutKingComments