Nehemiah 11:17

Wie in Jeruzalem gingen wonen

Zij die zich in de stad vestigen, worden door God in gedachtenis gehouden. Psalm 87 toont wat God van Jeruzalem vindt (Ps 87:1-7). Dat moet genoeg zijn. De meeste namen worden door ons direct nadat we ze hebben gelezen, ook weer vergeten. Maar voor God is deze opsomming waardevol, evenals de andere lijsten met namen in deze boeken van na de ballingschap. Voor de rechterstoel van Christus zullen hun namen weer genoemd worden. Dan zullen deze vrijwilligen van hart opmerken hoe goed hun keus is geweest om het verlies in deze wereld te aanvaarden om des te beter te kunnen zorgen voor de stad van Gods keus.

Enkele bijzonderheden in dit gedeelte:

Het werk buiten het huis van God – Ne 11:16

Zij die “[verantwoordelijk] voor het werk buiten het huis van God” zijn, zijn bezig met zaken die niet direct in Gods huis worden gedaan, maar die wel noodzakelijk zijn voor een goed verloop van de activiteiten in het huis van God. De activiteiten die in Gods huis plaatsvinden, hebben direct betrekking op het naderen tot God om Hem te eren. Er zijn ook activiteiten die niet dat directe doel hebben, maar die een bijdrage leveren om tot dat doel te komen.

We kunnen dat misschien toepassen op het “dienen van de tafelen” – dat is het beheren en verdelen van ingezameld geld van de gelovigen –, naast het “volharden in het gebed en in de bediening van het Woord” (Hd 6:2-4). Gelovigen die hierdoor ondersteund worden, zullen daarvoor God eren in Zijn huis. Te denken valt ook aan kosterdienst. Een koster zorgt ervoor dat de uiterlijke omstandigheden zo zijn, dat de dienst mogelijk is.

Het kan ook betrekking hebben op het in geestelijke zin repareren van gebreken aan de buitenkant van het huis van God. We kunnen daarbij denken aan gedrag van gelovigen in de wereld dat correctie nodig heeft. Het is een zegen als zulke gelovigen daarop worden gewezen. Dat is in zekere zin op te vatten als een “werk buiten het huis van God”. Zo gebeurt ook evangelisatie in de wereld, buiten de gemeente, maar staat er wel mee in verbinding.

De aanhef van de dankzegging – Ne 11:17

Het gebed begint met dankzegging. Als we God onze noden bekend willen maken – en daar nodigt Hij ons van harte toe uit – is het belangrijk dat we Hem eerst danken voor alle weldaden die Hij ons al heeft gegeven.

Wonen in de steden – Ne 11:20

Het wonen in de steden is niet van een mindere orde, wel van een andere orde, dan het wonen in Jeruzalem. Alles heeft onder het bestuur van God zijn plaats. Motieven komen openbaar, maar God kan alles zo leiden dat het beantwoordt aan Zijn opzet. Allen die niet in Jeruzalem gaan wonen, gaan naar hun eigen erfdeel.

Zorg voor de zangers – Ne 11:23

Het heidense gezag, de koning van Perzië, wordt zelfs genoemd in verband met het huis van God. Zij die onderhouden moeten worden door het volk dat de tienden geeft, zijn nu afhankelijk van de overheersers. Waarschijnlijk heeft het volk gefaald in het brengen van de tienden, of het volk is te weinig in aantal, zodat er ook weinig tienden worden gebracht. God heeft het hart van de heidense vorst gunstig gestemd, om te voorzien in de mogelijke nalatigheid van Zijn volk.

Het betreft hier de zorg voor de zangers die door het volk mogelijk vergeten zijn, maar niet door God. Hij zorgt via het hoofd van de volken voor hun onderhoud. Als het hele volk de zangers vergeet, weet God op andere wijzen te bereiken dat de zangers hun werk kunnen doen.

De tempeldienst is niet alleen offerdienst, maar ook zangdienst. Op grond van het offer kan er gezongen worden. Alleen wie het offer kent en van het offer leeft, kan zingen. Begeleiding van de eredienst door middel van lofliederen en geestelijke liederen is het voorrecht van ieder lid van Gods volk vandaag. Als er weinig lof is, doordat het volk van God daarvoor geen stof geeft, zijn er altijd wel andere redenen om God lof te zingen.

De koning ter zijde staan – Ne 11:24

Petahja, uit het geslacht van Juda, is een koninklijke agent die de Joodse aangelegenheden voor de koning van Perzië brengt en de Joden informeert over de wensen en bevelen van de koning. Hij is hierin een beeld van de Heer Jezus als de Voorspraak voor de Zijnen bij de Vader en de Apostel namens God bij de Zijnen.

Copyright information for DutKingComments