Nehemiah 12:36

Het eerste dankkoor

Door het beklimmen van de muur en er overheen te lopen wordt de muur eigendom van het volk (vgl. Jz 1:3). Hierdoor neemt het volk bezit van wat binnen de muur ligt. De omgang op de muur is niet bedoeld om te kijken naar alles wat buiten de stad ligt, maar om te kijken naar alles wat er binnen ligt. Afzondering is niet negatief, maar positief. Het gaat om wat aan God is toegewijd. Dat kan niet anders dan door het af te zonderen van wat niet aan God is toegewijd. Het gaan over de muur geeft het volk dan ook een weidse indruk van de ligging van de stad en hoe heerlijk Gods tempel is.

De muur van afzondering om ons leven heeft dezelfde bedoeling. Het is de bedoeling dat we erover wandelen met dankzegging voor alles wat God ons heeft gegeven. Dan zullen we niet in zuur sektarisme vervallen, maar zal ons leven een getuigenis zijn van wat God daarin heeft gedaan. In de eerste plaats voor onze kinderen, maar ook voor allen om ons heen.

Laten we maar eens luisteren naar de Korachieten in Psalm 48. Na hun jubel over de redding van Sion is hun oproep:

“Ga rondom Sion en loop eromheen,

tel haar torens,

richt uw hart op haar vestingwal,

kijk nauwkeurig naar haar paleizen

om het aan de volgende generatie te vertellen.

Want deze God is onze God,

eeuwig en altijd;

Híj zal ons leiden tot de dood toe” (Ps 48:13-15).

Als we op deze manier over de muur gaan, zullen we de stad van God zien, zoals God die ziet. We zien dan de gemeente, zoals die is naar Gods raadsbesluit. Dat bewerkt uitingen van dank en die zijn op hun beurt een getuigenis voor allen die het zien en horen. Dat is de uitwerking van afzondering naar Gods gedachten.

Het eerste dankkoor vertrekt uit het westen, in de buurt van de Dalpoort. Hun route loopt over het zuidelijk gelegen gedeelte van de muur, in de richting van de Mestpoort. Ezra loopt aan het hoofd van deze stoet (Ne 12:36b). Nehemia maakt als het ware plaats voor het Woord van God in de persoon van Ezra. Dat moet vooropgaan en door allen worden gevolgd.

We komen dan bij de Bronpoort, om fris water te putten, om op onze route verkwikt en bemoedigd te worden door het Woord van God. Onze blik wordt omhoog gericht, via de treden, naar de woning van David, een beeld van onze Heer in de hemel aan Wie alle macht in hemel en op aarde is gegeven (Mt 28:18).

Als we het zicht op de Heer Jezus hebben, komen we bij de Waterpoort in het oosten. Het oosten spreekt onder andere van de toekomst, van de verwachting van de Heer Jezus. Water spreekt behalve van verkwikking ook van reiniging (Ef 5:26). We zien naar Hem uit en dat zal een reinigende werking op ons hebben, want “ieder die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich zoals Hij rein is” (1Jh 3:3).

Copyright information for DutKingComments