Nehemiah 2:19

De vijanden laten zich horen

Van de hier genoemde tegenstanders zijn we Sanballat en Tobia al tegengekomen (Ne 2:10). De Arabier Gesem heeft zich bij hen gevoegd. In de vijanden vinden we naast de vertegenwoordigers van Moab en Ammon nu ook een vertegenwoordiger van Edom. Deze drie volken, die allen broedervolken van Israël zijn, zijn de meest vijandige volken van Israël (Dn 11:41; Js 11:14).

Ze zijn hevig ontstemd over de komst van Nehemia (Ne 2:10), maar ze hebben zich tot nu toe nog niet laten horen en ook nog geen actie ondernomen. Dat betekent niet dat hun vijandschap en tegenstand zijn verminderd. Hun ontstemming is niet van voorbijgaande aard. Nu Nehemia met de bouw begint, laten ze van zich horen.

Hun eerste speldenprikken waarmee ze Nehemia en zijn medewerkers bewerken, bestaan uit spottende opmerkingen. Zozeer als Nehemia met zijn toespraak het volk moed heeft ingesproken, zozeer is de spottaal van de vijanden bedoeld om kracht weg te nemen. Er is veel geloofskracht nodig om onder voortdurende bespotting door te gaan met een werk voor de Heer.

Een les

Bij het ondernemen van een activiteit voor de Heer zullen we rekening moeten houden met “de tegenspraak door de zondaars” (Hb 12:3).

Copyright information for DutKingComments