Nehemiah 3:5

De Tekoïeten

Tekoa ligt ten zuiden van Bethlehem. De plaats is bekend als de woonplaats van Amos, de profeet (Am 1:1) en van een wijze vrouw (2Sm 14:2). Mensen uit die stad zijn nu naar Jeruzalem gekomen om mee te helpen de muur te herbouwen. Hiermee kiezen ze als een Amos de kant van God en tonen ze als de vrouw wat ware wijsheid is.

Helaas zijn er onder de Tekoïeten mensen die niet meebouwen. Dat komt niet doordat ze ziek zijn geworden of iets dergelijks. De reden is dat zij zichzelf voor dit soort werk te goed vinden. Ze zijn mensen van aanzien. Dit werk past niet bij hun stand. Anderen aan het werk zetten kunnen ze goed, maar zij laten zich niet zelf aan het werk zetten. Anderen bevelen geven, prima, maar bevelen ontvangen, ho maar. Zij pikken het niet dat ze aan een ‘heer’ moeten gehoorzamen.

Te vaak blijkt dat een vooraanstaande plaats in de wereld een verhindering vormt voor het meewerken in Gods koninkrijk. Wel willen praten en besturen, maar niet de handen uit de mouwen steken en hun nek buigen onder het werk. Ze werken niet mee aan iets waar de mens zijn belangrijkheid verliest en alleen Gods eer telt.

Paulus voelt zich niet te goed om met zijn eigen handen te werken en te voorzien in zijn eigen behoeften en ook nog in de behoeften van anderen (Hd 20:34). En is de Heer Jezus niet het volmaakte voorbeeld? Hij, Die aller Meester is, is te midden van Zijn discipelen als Eén Die dient (Lk 22:24-28). De les die Hij daaraan verbindt, is dat ieder die een vooraanstaande plaats in de gemeente heeft gekregen, van Hem moet leren wat dienen inhoudt.

Copyright information for DutKingComments