Nehemiah 4:3

De spot van Tobia

In zijn spot krijgt Sanballat bijval van Tobia. Er vormt zich een kring van spotters. Onheilige spotters stoken elkaar op. Tobia doet er nog een schepje bovenop door op de laatste vraag het antwoord te geven en daarmee de zwakheid van het werk sterk onder de aandacht te brengen. Het gemeente willen zijn naar Gods gedachten zet de godsdienstige, natuurlijke mens buiten spel. Dat wil de vijand niet. Daarom begint hij te wijzen op de waardeloosheid en onbetrouwbaarheid van het werk. ‘Willen jullie beweren dat jullie de gemeente van God zijn?’ ‘Verbeelden jullie je dat jullie alles in overeenstemming met Gods Woord doen?’

Maar als het echt zo zwak is als de tegenstander beweert, waarom steekt deze dan zoveel energie in zijn tegenstand? Juist het steeds maar weer en in steeds sterkere mate aanvallen van het werk van geloof is het bewijs dát het om een werk van God gaat. Hoe krachtiger het geloof, des te heftiger de tegenstand. De mate van tegenstand is gelijk aan de mate van het werk van het geloof. In de tegenstand tegen een werk van God verenigen partijen zich die anders vijanden van elkaar zijn (vgl. Lk 23:12).

Een vos is een sluw roofdier dat er in de nacht en alleen op uit gaat. Hij wordt verschillende keren in de Bijbel genoemd (Ri 15:4; Ps 63:11; Hl 2:15; Kl 5:18; Ez 13:4; Mt 8:20; Lk 9:58; Lk 13:32). Op Mattheüs 8:20 na (en de paralleltekst in Lukas 9:58) wordt de vos overal negatief geduid. Hij is lichtvoetig en zeer bedreven in het vangen van zijn prooi. Op het eerste gezicht lijkt hij niet gevaarlijk, maar dat is hij wel. De lichte sprong van een vos tegen een muur zou natuurlijk geen enkel gevolg hebben. Maar de vijand wil doen geloven dat de muur zó zwak is, dat zijn lichte sprong de hele muur zal neerhalen.

Deze tactiek van de vijand, om op de zwakheid van het werk te wijzen, is bedoeld om de werker te ontmoedigen. Als de vijand het voor elkaar krijgt om de werker ervan te doordringen dat zijn werk toch geen stand houdt, is hij geslaagd. De werker zal het nutteloze ervan inzien en ophouden met zijn werk.

Ieder die voor de Heer wil gaan leven, zal met deze tactiek van de vijand te maken krijgen. De eigen man of vrouw of kinderen kunnen komen met opmerkingen die bepaald niet motiveren om een leven van overgave aan de Heer te leven. Je bent te extreem, of te inconsequent, ze wijzen op allerlei karakterfouten of karakterzwakheden, je houdt het toch niet vol, je bent buiten jezelf en blind voor de werkelijkheid. De Heer kent deze tegenstand uit eigen ondervinding (Mk 3:21).

Als een christen zijn getuigenis geeft, zal de vijand hem wijzen op de onenigheid tussen christenen. Hij kan erop wijzen dat er zelfs oorlogen in de Naam van God worden gevoerd. Of hij wijst op de armelijke bidstonden. Of hij wijst op het gebrek aan organisatie, aan geld, aan invloedrijke personen. De wereld beoordeelt alles naar grootte en aantallen, naar imponerende methoden, naar aansprekende reclame. Zodra dit denken in de gemeente of de christen post vat, is het met hun dienst gedaan. Als de christen denkt dat hij voor de wereld moet bewijzen dat hij in staat is een grote onderneming te leiden, kan God niet meer met hem zijn.

Copyright information for DutKingComments