Numbers 10:29-31

Mozes vraagt Hobab hen te leiden

Mozes vraagt Hobab, een man die niet tot het volk van God behoort, om met het volk op te trekken omdat deze verstand heeft het opslaan van een kamp in de woestijn. Maar Hobab is een man van de wereld en heeft daar geen zin in. Mozes zou het daarbij hebben moeten laten. Hij dringt er echter bij Hobab op aan mee te gaan.

Dat is geen goede zaak. God heeft in alles voorzien om het volk te leiden. Een beroep doen op Hobab is misplaatst. Mozes lijkt hier meer vertrouwen te stellen op een zichtbare en tastbare gids dan de onzichtbare God (vgl. Jr 17:5-7). Hebben familiebetrekkingen misschien een rol gespeeld? Hobab is immers zijn zwager. Zulke situaties komen vaker voor, zoals bij Barnabas die zijn neef wil meenemen (Hd 15:37; Ko 4:10).

De HEERE maakt duidelijk Wie de leiding heeft. De ark, die in het midden hoort, neemt de leiding. Het volk beschermt hier niet de ark, maar de ark beschermt nu het volk. De ark, God, verlaat de plaats die Hij in het midden van de Zijnen in het kamp heeft ingenomen om daar als het ware door hen verzorgd te worden. Nu wordt Hij hun Dienaar, Die voor hen uitgaat om voor hen een rustplaats te zoeken in de eindeloze woestijn. In dit handelen van de HEERE ligt ook de bemoediging voor ieder die een nieuwe, onbekende weg moet gaan. De Heer kent de weg wel en gaat voorop. Hij is de goede Herder Die voor Zijn schapen uitgaat (Jh 10:4).

De HEERE kan niet toestaan dat Zijn volk geleid wordt door een ongelovig en ongeïnteresseerd man als Hobab. Als wij ontrouw worden, neemt God het heft in handen. God zal altijd de eer van Zijn Zoon, van Wie de ark een beeld is, hooghouden.

Copyright information for DutKingComments