Numbers 14:2-4

Reactie van het volk op het verslag

Het hele volk komt in opstand tegen Mozes en Aäron. Ze weeklagen luid. Het is echter geen weeklagen omdat ze berouw hebben. Het is een uiting van opstandigheid en verwerpen van God. Ze jammeren luid “in die nacht”, waarmee niet alleen de duisternis om hen heen wordt aangegeven, maar symbolisch ook de duisternis van hun ongeloof. In hun ongeloof beschuldigen ze God ervan dat Hij er de oorzaak van is dat hun vrouwen en kinderen door het zwaard zullen sterven. Dat is een goddeloze bewering, die voortkomt uit een opstandig hart.

Ze spreken duidelijk uit dat ze terug willen naar Egypte. Over deze dwaasheid schaamt later Nehemia zich nog. Dat horen we in zijn gebed tot God: “Zij hebben geweigerd te luisteren en zij hebben niet gedacht aan Uw wonderen die U bij hen had gedaan. Zij zijn halsstarrig geweest en in hun opstandigheid hebben zij een hoofd aangesteld om terug te keren naar hun slavernij” (Ne 9:17a). Wat ze hier willen, zal de HEERE als een straf aankondigen bij ongehoorzaamheid (Dt 28:68a). Ze geven zelfs aan dat ze liever in de woestijn sterven dan dat ze het land ingaan dat God voor hen heeft uitgezocht. Ze willen een andere leider en verwerpen daarmee Mozes, de hun door God gegeven leider. Profetisch ziet dat vooruit op de verwerping van de Heer Jezus en de keuze van het volk voor de antichrist (Jh 5:43).

Copyright information for DutKingComments