Numbers 15:15

De vreemdeling en het vuuroffer

Als alles zo wordt betrokken op de Heer Jezus, verdwijnt voor God het verschil tussen Jood en heiden. Vandaar dat we in deze verzen lezen dat voor een vreemdeling hetzelfde geldt als voor de geboren Israëliet. Ook de vreemdeling heeft het voorrecht zulke vuuroffers te brengen. Dat betekent niet alleen dat hij hetzelfde moet doen als de Israëliet, maar dat hij voor de HEERE ook dezelfde positie als de Israëliet inneemt.

De plaats die de heiden hier naast de Israëliet krijgt (Nm 15:15b), is uniek in het Oude Testament. Altijd wordt het onderscheid gehandhaafd. En als er zegen voor de heidenen is, dan is dat door middel van Israël, dus niet op voet van gelijkheid. Hoe kan het dan dat dit hier staat? Omdat, zoals gezegd, God hier denkt aan het offer van de Heer Jezus. Waar Hij naar voren komt, kan er in Gods handelen met de mens geen verschil zijn. Jood en heiden hebben evenzeer gezondigd “en komen tekort aan de heerlijkheid van God” (Rm 3:23b). Daarom zijn ze beiden ook van dezelfde genade afhankelijk (Rm 10:11-12; Rm 11:32). Op grond van het werk van de Heer Jezus kan God met Jood en heiden op dezelfde grondslag handelen.

Copyright information for DutKingComments