Numbers 2:3

Stammen in de oostelijke richting

De stammen moeten hun kamp opslaan ten opzichte van de tabernakel naar de windrichtingen. De vier vaandels liggen in vier richtingen vanwaar de invloeden van buiten komen en die het volk van God tegemoet moet treden in de kracht van Hem Die in hun midden woont.

De eerste kant die wordt genoemd, is de oostkant. Aan de oostkant is de ingang van de tabernakel en het is de kant waar de zon opgaat. Deze beide aspecten vinden hun toepassing in (1) het ingaan in het heiligdom en (2) het uitzien naar de komst van de Heer Jezus.

Deze aspecten mogen in het samenkomen van de gemeente, van Gods volk, tot uitdrukking komen. De stam Juda gaat voorop. Juda betekent ‘lofprijzing’. De geest van lofprijzing is de geest van kracht (2Kr 20:22). Het hoofddoel van het samenkomen van de gemeente is dat God wordt geprezen en aanbeden, dat Hem offers van lof en dank worden gebracht. Dat hoort de uitwerking van elke samenkomst te zijn.

Aan de oostkant moeten vervolgens nog Issaschar en Zebulon hun kamp opslaan. Samen met Juda hebben we hier de vierde, vijfde en zesde zoon die Lea aan Jakob baarde. Vanwege de zonden van Ruben, Simeon en Levi, de drie oudere broers (Gn 49:3-7), wordt Juda de eerste onder zijn broers (Gn 49:8). Hij wordt de koninklijke lijn uit wie de Messias geboren zal worden (Gn 49:10; Ru 4:18-22). In het geslachtsregister in Mattheüs 1 (Mt 1:1-16) zien we dat Nahesson, de leider van de stam, tot de voorouders van de Heer Jezus wordt gerekend (Mt 1:4).

Copyright information for DutKingComments