Numbers 23:16

Voorbereiding tweede poging

Balak wil Bileam meenemen naar een plaats vanwaar hij weer slechts een deel van het volk te zien zal krijgen. Het gaat weer om het uiterste deel ervan (Nm 22:41), maar hier blijkbaar in de zin van de mensen die aan de rand wonen. Balak denkt dat God wel tot vervloeking toestemming zal geven als Zijn aandacht op die randfiguren wordt gevestigd die ver van Zijn woonplaats wonen, ver verwijderd van de tabernakel die in het centrum van het volk staat.

Weer worden zeven altaren gebouwd en worden een stier en een ram op elk altaar geofferd. Balak handelt zoals Bileam hem beveelt. Hij spaart kosten noch moeite. Als wij even vurig verlangen naar de zegen van God als Balak de vloek begeert, zullen ook wij kosten noch moeite sparen om God te dienen en te eren.

Bileam gaat weer eerst heen om een demon te ontmoeten. Het is veelzeggend dat hij in Nm 23:15 geen naam noemt. Uit het eerste vers Numeri 24 blijkt dat hij zijn inspiratie wil opdoen bij demonen (Nm 24:1). Weer komt de HEERE hem tegen. Weer legt Hij Bileam het woord in de mond dat hij moet spreken.

De vraag van Balak aan Bileam “wat heeft de HEERE gesproken?”, moet ook steeds bij ons aanwezig zijn. Balak hoopt natuurlijk op een vervloeking. Zijn vraag heeft een vals uitgangspunt. Wie de Heer werkelijk liefheeft, zal dezelfde vraag stellen omdat hij graag de wil van de Heer wil leren kennen (Jr 23:35).

Copyright information for DutKingComments