Numbers 25:6-15

Pinehas ijvert voor de HEERE

Er is een man, een Israëliet, die het oordeel dat is voltrokken, trotseert. Hij trekt zich niets aan van Gods oordeel en brengt in ongelooflijke overmoed een Midianitische vrouw bij zijn broeders. Hier is niet sprake van zomaar een zonde. Het is een frontale aanval op de ware, hoge en zuivere dienst aan God. Hij geeft met zijn daad God een klap in het gezicht en ook interesseert het hem niets wat hij zijn broeders met zijn daad aandoet. Zijn broeders treuren over de situatie en hij geeft met zijn daad aan dat zij zich aanstellen. Zo tart hij God en veracht hij het huilende volk.

De Israëlieten huilen – is het alleen vanwege de plaag of ook om de begane ontrouw tegenover God? – en kijken toe, terwijl deze grote zonde plaatsvindt. Er moet nu niet alleen gehuild worden, er moet hier ook gehandeld worden. Pinehas begrijpt wat er gebeurt. Voor de oppervlakkige lezer lijkt zijn actie onbarmhartig, maar in zijn actie toont hij juist ware liefde voor God en voor Zijn volk. Echte liefde “verblijdt zich niet over de ongerechtigheid” (1Ko 13:6a). Niet handelen is zonde. Met een dergelijke onbeschaamde zonde kan slechts op één manier worden gehandeld: zonder pardon doodt hij hen die zonder schaamte zondigen en de plaag veroorzaken.

Als hij het oordeel heeft voltrokken, stopt de plaag. Met het voltrekken van het oordeel bewerkt Pinehas verzoening. Aan de plaag zijn vierentwintigduizend personen gestorven. Dit lijkt in strijd met de drieëntwintigduizend die in 1 Korinthiërs 10 worden genoemd (1Ko 10:8). Daar staat dat het “op één dag” gebeurde. Dat kan betekenen dat er op een andere dag nog duizend personen aan de plaag zijn bezweken. Het kan ook zijn dat in het getal van vierentwintigduizend ook de dood van de oversten van het volk is meegerekend die zijn opgehangen. Het zou dan om zo’n duizend oversten gaan. In elk geval laat het de omvang van de ontrouw zien.

Pinehas is de zoon van Eleazar, de hogepriester, en de kleinzoon van Aäron. Alle drie zijn zij een beeld van de Heer Jezus, de ware Hogepriester. Aäron is gestorven. Hij is een beeld van de Heer Jezus Die verzoening heeft gedaan en Zijn bloed in het heiligdom heeft gedragen. Eleazar is als hogepriester een beeld van de Heer Jezus in wat Hij nu voor ons doet, nadat Hij uit de doden is opgestaan.

Pinehas is ook hogepriester en ook een beeld van de Heer Jezus, maar dan in oordelende kracht. Aan de Heer Jezus is als de Zoon des mensen het oordeel gegeven (Jh 5:27). Het oordeel van Pinehas over de zonde heeft tot gevolg dat het hele volk gespaard blijft. De Heer Jezus oordeelt de gemeente, opdat de betrekkingen tussen Hem en Zijn volk in stand zullen blijven. Harde maatregelen zijn soms nodig om ons Zijn volk te laten blijven met wie Hij gemeenschap kan hebben.

Vanwege zijn doortastende optreden beloont God Pinehas en zijn nakomelingen met het eeuwige priesterschap (Ri 20:28; 1Kr 6:4-15). Bij de opsomming van de poortwachters wordt Pinehas met groot respect herdacht (1Kr 9:19b-20). Hij heeft zich als een ware poortwachter gedragen en ervoor gezorgd dat het kwaad uit Gods tegenwoordigheid is weggedaan. De geest van Pinehas moet ons allemaal kenmerken. Het is de geest van priesterschap dat wordt uitgeoefend in Gods tegenwoordigheid. Het gaat voor ons om de dienst in het heiligdom, vooral wanneer wij als gemeente samenkomen.

De man die het heeft gewaagd een dergelijke zonde te begaan, is de zoon van een familievorst. Dit leert ons dat afkomst of positie geen enkele garantie is om niet in de vreselijkste zonde te vallen. Daarvoor worden we alleen bewaard als we ons vertrouwen niet op onszelf, maar op de Heer stellen.

Copyright information for DutKingComments