Numbers 26:9-11

Ruben geteld

De telling begint met Ruben, die met nadruk “de eerstgeborene van Israël” wordt genoemd. De telling omvat vier geslachten (Gn 46:9). Onder hen wordt Pallu specifiek genoemd omdat uit zijn geslacht Dathan en Abiram zijn voortgekomen. Deze namen roepen de herinnering op aan de vreselijke opstand van Korach, Dathan en Abiram (Nm 16:1-35). We krijgen weer te horen wat de zonde van de opstandelingen is geweest en het speciale oordeel dat hun daarvoor van Godswege heeft getroffen. Er wordt bij vermeld dat zij “tot een teken geworden” zijn (Nm 26:10). Zij zijn een teken dat waarschuwt tegen elke vorm van hoogmoed en opstand.

We lezen hier ook dat de “kinderen (beter: zonen) van Korach” niet zijn omgekomen (Nm 26:11). De reden is niet dat zij een bijzondere trouw aan de HEERE hebben laten zien. Zij horen bij een doemwaardige familie. Ze zijn gespaard omdat God hen heeft willen sparen, daar zij niet de geest van hun vader hebben getoond. Er is geen ander motief te ontdekken dan de genade van God. Van die genade zijn de zonen van Korach zich ook in latere geslachten bewust gebleven. We vinden de uitingen daarvan in meerdere psalmen (Psalmen 42-49; 84; 85; 87; 88).

Copyright information for DutKingComments