Numbers 27:17

Mozes vraagt om een opvolger

Er is bij Mozes geen enkele bitterheid of jaloersheid. Hij vervalt niet in zelfmedelijden. Hij is niet bezig met zijn einde. Zijn hart blijft uitgaan naar Gods volk. Ten gunste van hen vraagt hij om een opvolger. Hij geeft er een ‘profielschets’ bij: het moet een herder zijn die zich om de schapen bekommert. Hiermee zien we bij Mozes hetzelfde als bij de Heer Jezus. Als wij de nood onder Gods volk zien, zullen we ervoor bidden dat de Heer voorziet in die nood door arbeiders te geven. De Heer Jezus spoort ons daartoe aan (Mt 9:36-38).

Mozes vraagt niet om iemand die alles goed weet, maar om iemand die het volk zichtbaar en betrouwbaar voorgaat. Hij richt zijn verzoek tot de “HEERE, de God Die aan alle vlees de adem geeft”, een uitdrukking die hij al eerder heeft gebruikt, in Numeri 16, waar “adem” is vertaald met “geest” (Nm 16:22). Hij, Die de God van het verbond met Zijn volk is, is ook Degene Die weet wat er in de geest van ieder mens omgaat (vgl. Hd 1:24a). Mozes geeft met deze uitdrukking de soevereiniteit van God aan. Hij wenst dat God Zijn soevereiniteit gebruikt om Zijn volk de herder te geven die het volk nodig heeft.

Copyright information for DutKingComments