Numbers 3:9

De Levieten zijn gegeven aan de priesters

De Levieten worden als stam aan Aäron en zijn zonen gegeven. Zij zijn onderworpen aan Aäron en handelen op aanwijzing van de priester. De Leviet helpt bij het verrichten van priesterdienst. Elke Levietendienst in de gemeente heeft tot doel dat de leden van de gemeente door die dienst steeds betere priesters worden. Een betere priester is meer tot eer van God.

Ze worden ook gegeven ten behoeve van heel de gemeenschap van Israël. Iedere gelovige is als Leviet, als dienaar, alleen verantwoording schuldig aan de Heer (Rm 14:4). Het uitoefenen van zijn taak is een zaak alleen tussen de Heer en hem. Niet de broeders en zusters bepalen zijn dienst. Als de zaak gezond is, zullen die er wel mee instemmen. Alleen in geval van tucht, als er zonde in de dienaar openbaar wordt, moet de gemeente als geheel zich daarmee bezighouden.

De gaven zijn gegeven aan de gemeente en vinden hun invulling te midden van de gemeente. Daarom heeft de dienaar ook met de gemeente te maken. Hij treedt niet op verheven boven de gemeente of los ervan. De gemeente heeft recht op die gave. Hij is een dienaar en neemt daarom niet een hogere plaats, maar de laagste plaats in. Hij is onderworpen aan de Heer en werkt te midden van de gemeente.

Nm 3:6 en Nm 3:9 vinden hun tegenhanger voor ons in de woorden van de Heer Jezus tot Zijn Vader: “Zij waren de uwen en U hebt ze Mij gegeven” (Jh 17:6) en tot de Joden: “Alles wat de Vader Mij geeft, zal tot Mij komen, en wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen” (Jh 6:37).

De “onbevoegde” is hier iemand die niet tot de familie van Aäron behoort (vgl. Nm 3:38b). In Numeri 1 betreft het iemand die geen Leviet is (Nm 1:51). Nadab en Abihu waren wel bevoegd, maar toch gedood omdat zij op eigenzinnige manier naderden.

Copyright information for DutKingComments