Numbers 31:1-12

Opdracht wraak te nemen op de Midianieten

Mozes krijgt hier zijn laatste taak. Voordat het volk de zegeningen van het land in bezit kan gaan nemen, moet het volk de wraak van de HEERE over Midian voltrekken. De verkeerde verbindingen met deze vijanden moeten worden verbroken, anders kan de zegen niet worden genoten. Die verbindingen zijn slecht in Gods oog en vormen een verhindering voor Zijn zegen. God staat niet toe dat Zijn dienaar Mozes de wereld verlaat, voordat hij de volle vergelding heeft gezien. We zien hier ook dat een dienaar niet eerder wordt weggenomen dan nadat zijn taak volbracht is.

Midian is een broedervolk. Hij stamt ook af van Abraham, maar zijn moeder is Ketura (Gn 25:1-2). Zij zijn buren van Moab en hebben zich met hen verbonden om Israël in het verderf te storten (Nm 22:4; Nm 25:1-15). Op grond daarvan heeft God Zijn oordeel over hen uitgesproken (Nm 25:16-18) en laat dat nu door Zijn volk uitvoeren.

Het is goed nog eens te zeggen dat het volk van God verschillende soorten strijd heeft te voeren. Een van die soorten is de strijd tegen Amalek. Dat is een verdedigingsstrijd die zich afspeelt in de woestijn. Deze strijd stelt voor ons de dagelijkse strijd voor die er is tegen wat ons omringt in de wereld waarin we leven. Een andere soort strijd is die tegen de Kanaänieten. Dat is een aanvalsstrijd, die zich afspeelt in het land om het te veroveren. Die strijd stelt voor ons de strijd voor die we hebben te strijden om ons de geestelijke zegeningen die God ons heeft gegeven eigen te maken.

Hier gaat het om de strijd tegen Midian. Dat is een aanvalsstrijd, die zich afspeelt in de woestijn. Maar er is een verschil met de strijd tegen Amalek. Aan de strijd tegen Amalek is niet te ontkomen. Die tegen Midian had wel voorkomen kunnen worden, maar is nodig geworden vanwege de eigen ontrouw van het volk. Het volk heeft zich met die vijand verbonden als gevolg van de leer van Bileam.

Het gebeurt wel dat we als vijanden tegenover de wereld komen te staan omdat we daarmee vriendschappelijke betrekkingen hebben onderhouden. Die vriendschap is een valstrik voor ons geworden. Niettemin geeft God ons een volkomen overwinning, zodra we de wereld als vijandig gaan beschouwen. Alleen moet alles wat ons heeft verleid, totaal vernietigd worden, zonder compromis.

Dat is wat we ook in de christenheid vinden, bijvoorbeeld als een christen niet als vreemdeling in de wereld verblijft, maar zich ermee vermengt, vaak met fraaie, maar wel onbijbelse motieven. We kunnen pret maken met de mensen van de wereld. Maar waar is de grens? Als we ons bewust worden dat we te ver zijn gegaan, merken we hoeveel moeite het kost om ons ervan los te maken. Als we ons ergens in hebben begeven waar we niet horen, vraagt het strijd om er weer los van te komen. Dat zou niet nodig geweest zijn als we trouw zouden zijn gebleven.

Wie ten strijde moeten trekken

De HEERE spreekt over de wraak voor de Israëlieten op de Midianieten (Nm 31:1-2). Als Mozes erover spreekt, heeft hij het over de wraak van de HEERE (Nm 31:3). Met een klein deel van het volk moet er tegen de vijand worden gestreden, opdat duidelijk zal zijn dat God de overwinning heeft gegeven (vgl. Ri 7:2). Het hele volk, elk onderdeel ervan, moet een aandeel in die strijd hebben. Elke stam levert evenveel mannen.

De aanvoerder is niet Jozua maar Pinehas, de priester. De omstandigheden van het falen van het volk vereisen dat. Een priester is aanvoerder van deze strijd omdat deze strijd reiniging moet bewerken van de besmetting die over Israël is gekomen door de verbinding met Midian. Pinehas leidt de strijd omdat hij zich al eerder heeft onderscheiden in de strijd tegen Midian (Nm 25:6-8). Hij heeft zijn zwaard al een keer ten oordeel over Midian gebruikt. Als wij ons laten meeslepen, weg van God, en we willen terug, dan moet Pinehas voorop, met het zwaard. Hij is de man die de heiligheid van God kent.

Pinehas weet dat de overwinning van de HEERE moet komen. Daarom heeft hij de trompetten bij zich, opdat de HEERE die zal horen (Nm 10:9). Priesters kunnen alarm blazen en Gods hulp inroepen in deze noodzakelijke strijd. Met “de heilige voorwerpen” worden waarschijnlijk de trompetten bedoeld. Dat ze daarna nog worden genoemd, betekent dan dat “de trompetten” een nadere omschrijving van die heilige voorwerpen zijn. Het lijkt niet waarschijnlijk dat met “de heilige voorwerpen” bijvoorbeeld de urim en de tummim (Ex 28:30) worden bedoeld, omdat Pinehas nog geen hogepriester was.

De strijd en het resultaat daarvan

Alle mannen worden gedood. Dat niet het hele volk is uitgeroeid zien we later, wanneer Midian weer een geduchte vijand van het volk is (Ri 6:1-3). De vijf koningen zijn hoofden van Midianitische stammen – in Numeri 25 wordt Zur ‘stamhoofd’ genoemd (Nm 25:15), en in Jozua 13 wordt over ‘vorsten’ gesproken (Jz 13:21).

Ook Bileam ontkomt niet aan het oordeel. Zijn naam wordt verbonden aan die van de vijf koningen. Het lijkt erop dat hij hun adviseur is geweest. Hij valt met de vijanden van Gods volk met wie hij zich heeft verbonden. Hij heeft gewenst de dood van de oprechten te sterven (Nm 23:10), maar hij is in zijn goddeloosheid blijven leven. Tot het volk van de oprechten heeft hij niet willen toetreden. Waarvan hij in zijn leven is gescheiden, daarvan is hij in zijn dood gescheiden, en dat zal hij tot in eeuwigheid blijven.

In Zijn genade geeft God Zijn volk een grote overwinning met veel buit. Hij strijdt voor Zijn volk omdat Zijn eer ermee gemoeid is. Als wij door valse invloeden worden meegesleept, is daar ook Gods eer mee gemoeid.

Copyright information for DutKingComments