Numbers 32:1-5

Inleiding

Om de les van dit hoofdstuk te begrijpen moeten we weten wat het land voorstelt en wat de woestijnzijde van de Jordaan voorstelt. Het land Kanaän is het land waarin het volk de zegen van God mag genieten. Voor de christen is Kanaän een beeld van de hemelse gewesten, waarin God hem “gezegend heeft met alle geestelijke zegening … in Christus” (Ef 1:3).

Om in het land te komen moet de Jordaan worden overgestoken. Die rivier is een beeld van de dood en de opstanding van de Heer Jezus. Alleen wie in Hem gelooft, is in Christus gezet in de hemelse gewesten. Hemelse zegeningen zijn de specifieke zegeningen van de nieuwtestamentische gelovige. Alleen wie zich dat ook bewust is, zal de zegen daarvan genieten.

De woestijnzijde van de Jordaan is het land aan de woestijnkant of oostkant van de Jordaan. De woestijnzijde van de Jordaan spreekt van de aardse zegeningen. Bij aardse zegeningen kunnen we denken aan zaken als gezondheid, kleding, onderdak, werk en gezin. Voor deze zegeningen hoef je de Jordaan niet over te steken. Van aardse zegeningen kunnen ook niet-christenen genieten.

Het verschil in genieten van de aardse zegeningen tussen de gelovige en de ongelovige is dat de gelovige voor die zegeningen de Heer zal danken (1Tm 4:3), terwijl de ongelovige zich die zegeningen toe-eigent als een door hemzelf verworven recht. Aardse zegeningen zijn dan ook niet specifiek voor de christen. De christen die tevreden is met alleen de aardse zegeningen, miskent het meerdere dat God gegeven heeft om samen met Hem te genieten.

De woestijnzijde van de Jordaan is eerst in handen geweest van de Ammonieten en daarna veroverd door de Amorietische koningen Sihon en Og. Daarom hebben de Israëlieten toestemming gekregen dat gebied te veroveren (Nm 21:21-35). Sihon heeft in het zuiden (Gilead) geheerst en Og in het noorden (Basan). Het is Gods bedoeling dat Zijn volk ook een stuk van de woestijnzijde van de Jordaan zal erven. In het vrederijk krijgen alle stammen een deel toegewezen in het land en krijgt elke stam ook een deel in de woestijnzijde van de Jordaan. Het is echter niet Gods bedoeling dat Zijn volk zich daar volledig zal vestigen. Hij wil niet dat het daar alleen mee tevreden is, zonder belangstelling voor het land waarvan Hij zegt: “Het land behoort Mij toe“ (Lv 25:23). Het is Zijn land.

De woestijnzijde van de Jordaan als bezit

Ruben en Gad zijn onder hetzelfde vaandel gelegerd. Ze zullen met elkaar de situatie in ogenschouw hebben genomen en tot de conclusie zijn gekomen dat het veel voordeel oplevert als zij kunnen blijven waar ze zich nu bevinden: in de vlakten van Moab. Ze hebben namelijk een rijke veestapel. En het gebied waarin ze zich op dit moment bevinden, voorziet naar hun waarneming in wat hun vee nodig heeft. Ze laten zich leiden door hun ogen: het land is een lust voor hun ogen en goed voor hun vee (vgl. Gn 13:10-11).

Daarom vragen ze aan Mozes, Eleazar en de leiders om hun dit land als hun bezitting te geven. Daarbij vragen ze om niet mee over de Jordaan te moeten trekken. Ze vragen als het ware als een gunst om niet het land in te hoeven trekken. Dat moet Mozes pijn gedaan hebben, die er zo naar verlangde het land te mogen ingaan, maar het niet mocht. En wat zal dit het hart van de HEERE pijn gedaan hebben. Dit land heeft Hij voor Zijn volk uitgezocht en deze stammen zeggen dat ze er niet in willen.

De Gadieten en Rubenieten hebben alle beproevingen van de woestijn meegemaakt, ze zijn gespaard gebleven en vlak voor de Jordaan weigeren ze over te trekken. Dit is tragisch. Zij voeren hun grote veestapel aan als excuus om niet mee het land in te hoeven. Hun bezit is hun alles. Als wij onze aardse zegeningen voor onszelf gebruiken, worden ze een excuus om ons niet met de hemelse zegeningen bezig te houden.

Er zit in de houding van de beide stammen ook iets van ongeduld. Waarom wachten op zegeningen waarvan je maar moet afwachten hoe ze je bevallen, als je hier-en-nu al kunt genieten? Eén vogel in de hand is toch altijd beter dan tien in de lucht. Die instelling is bij ons terug te vinden als wij leven voor wat we op aarde bezitten, wat we kunnen tasten en proeven met onze natuurlijke zintuigen.

Copyright information for DutKingComments