Numbers 5:1-4

Inleiding

Alles in het kamp is geordend en geregeld. Wat nu moet gebeuren, is het kamp reinigen van kwaad, opdat God, in Wie alleen hun kracht is, bij Zijn volk kan zijn. Het is Gods wijsheid, de wijsheid die van boven is en die in de eerste plaats rein is (Jk 3:17), hiervoor Zijn voorschriften te geven. Verontreiniging is tot Zijn oneer en ontneemt het volk de kracht voor de reis. Elifaz, een van de vrienden van Job, weet dat, hoewel hij zijn uitspraak in Job 22 ten onrechte op Job toepast (Jb 22:23).

Het belang van dit hoofdstuk is, dat het laat zien dat de tegenwoordigheid van de HEERE te midden van Zijn volk nooit verbonden kan worden met kwaad. In Leviticus gaat het om de priesters. Zij moeten rein zijn om in het heiligdom in de tegenwoordigheid van God hun dienst te kunnen verrichten. Hier, in Numeri, gaat het om het volk als het kamp waar de HEERE woont.

Alles wat met zonde verbonden is, moet worden weggedaan:

1. Soms moet daarvoor de persoon worden weggestuurd (Nm 5:1-4).

2. Soms wordt het kwaad weggedaan door belijdenis en vergoeding (Nm 5:5-10).

3. Soms is er alleen verdenking en moet eerst de schuld of onschuld worden vastgesteld, waarna moet worden gehandeld volgens het voorschrift van de HEERE (Nm 5:11-31).

De onreine moet weg uit het kamp

De opdracht tot het wegsturen van ieder die onrein is, geldt voor heel Israël. Het hele volk is verantwoordelijk om te handelen met wat niet past bij Gods tegenwoordigheid in hun midden. De verschillende vormen van verontreiniging zijn voor ons niet letterlijk, maar geestelijk van toepassing. Het gaat om beïnvloeding door de wereld, het vlees, de zonde, zaken waarmee God geen gemeenschap kan hebben. Hij heeft die dingen geoordeeld in de Heer Jezus op het kruis. Daarom moeten wij die ook oordelen.

Er worden drie vormen van kwaad genoemd:

1. Melaatsheid: dat is een beeld van de zonde die naar buiten uitbreekt en niet geoordeeld wordt;

2. Een vloeiing: dat is een beeld van de zonde die uit iemand voortkomt en naar anderen toevloeit die daardoor ook verontreinigd worden;

3. Aanraking van een dode: hier komt de zonde niet uit iemand zelf voort, maar is het beeld dat iemand wordt verontreinigd door iets aan te raken wat niet met de levende God in verbinding staat.

De Israëlieten handelen met deze gevallen zoals de HEERE heeft gesproken en hun door Mozes is bekendgemaakt. Zo moeten wij ook handelen naar wat God in Zijn Woord over onreinheid aan ons heeft bekendgemaakt.

De reden van dit handelen is dat God in het midden van de gemeente woont. Daarom moet er tucht zijn over alle kwaad door het kwaad te verwijderen. Dat kan gebeuren in zelfoordeel, dat wil zeggen dat we, als we gezondigd hebben, dit voor de Heer belijden en het kwaad in onszelf veroordelen (1Ko 11:28-29). Als er geen zelfoordeel plaatsvindt, moet de gemeente het kwaad oordelen. Dan moet de gemeente de persoon uit haar midden wegdoen die weigert het kwaad in zijn leven te oordelen en uit zijn leven weg te doen: “Doet de boze uit uw midden weg” (1Ko 5:13b).

Copyright information for DutKingComments