Numbers 9:1-5

Het tweede Pascha gevierd

Hier hebben we weer een tijdsaanduiding die een geschiedkundig gedeelte inluidt. Op 1-1-02, de eerste dag van de eerste maand van het tweede jaar na de uittocht, is de tabernakel opgericht. Vervolgens vinden we wat in Numeri 7 beschreven staat. Dat loopt dan tot 13-1-02. De dag erna, de veertiende dag, wordt het Pascha gevierd.

Het eerste Pascha is in Egypte gevierd. Hier lezen we over het tweede Pascha. Pas in Jozua 5 lezen we voor de derde keer over de viering van het Pascha (Jz 5:10). Zou het in de woestijn niet zijn gevierd? God heeft de viering ervan als een eeuwige inzetting voor de komende geslachten voorgeschreven (Ex 12:14). Toch lezen we in totaal slechts zeven keer in de Bijbel over een daadwerkelijke viering van het Pascha (Ex 12:11; Nm 9:5; Jz 5:10; 2Kr 30:15; 2Kr 35:1; Ea 6:19; Lk 22:15). Het doet denken aan de spaarzame keren dat in de christenheid het gedachtenismaal van de Heer wordt gevierd.

Er is verband tussen het Pascha in Exodus, Numeri en Jozua.

1. In Exodus is de viering ervan uniek. Het ziet op het ogenblik dat een mens tot bekering komt, verlost wordt en in de woestijn komt, alles op grond van het bloed. Israël heeft Egypte niet kunnen verlaten zonder Pascha. Zo is er voor de mens geen weg uit de wereld zonder de dood van Christus.

2. Ook daarna wil God dat wij het Paaslam niet vergeten. Tijdens onze woestijnreis (Numeri) vieren we het daarom elke eerste dag van de week.

3. God wil ook dat wij ons bewust zijn dat wij al onze hemelse zegeningen (Jozua) te danken hebben aan dat Lam.

Zo zien we het Paaslam aan het begin van de reis, tijdens de reis en nadat de reis geëindigd is.

Het Pascha is een herinnering aan hun verlossing en een symbool van hun eenheid als volk. Het avondmaal van de Heer kent dezelfde gedachte. Het doet de leden van de gemeente terugdenken aan Hem Die hen heeft verlost – “Doet dit tot Mijn gedachtenis” (1Ko 11:23-25) – en geeft uitdrukking aan het feit dat de leden van de gemeente “één brood, één lichaam” zijn (1Ko 10:17). God geeft deze symbolen – het Pascha voor Israël en het avondmaal voor de gemeente – om te voorkomen dat de gedachte aan eenheid en verlossing verloren gaat.

Het Pascha wordt hier voor het eerst als een herinnering gevierd. De verlossing ligt nog vers in het geheugen. Ze hebben de verlossing ervaren. Die ervaring van de verlossing, maar dan als geloofservaring, heeft ieder kind van God. Door het vieren van het avondmaal komt de destijds ervaren verlossing telkens weer krachtig op ons af, we worden er steeds aan herinnerd.

Copyright information for DutKingComments