Philippians 3:16

Eén ding

Fp 3:12. Paulus is nog niet zover als hij wenst. Hij heeft zijn verlangen om geheel aan Christus gelijkvormig te zijn nog niet verkregen. Hij leeft nog op aarde en dat betekent dat hij nog niet tot volmaaktheid is gekomen. Zolang een mens op aarde leeft, is het proces van gelijkvormig en volmaakt worden niet voltooid. Juist daarom zal iemand die Christus heeft leren kennen, blijven streven of blijven jagen naar die volmaaktheid. Hij zal nooit een keer tevreden, met zijn handen achter zijn hoofd achteroverleunend, denken: ‘Zo nu ben ik waar ik wezen wil, ik ben volmaakt aan Christus gelijk.’ Dat zou grote hoogmoed betekenen en een schromelijke vergissing zijn. Dit denken zou blijk geven van een enorm gebrek aan zelfkennis.

Toch leert Paulus hier ook een streven naar volmaaktheid alsof die wél op aarde te bereiken is. Er is een verkeerde leer die verkondigt dat je op aarde volmaakt kunt worden, dat wil zeggen dat je een staat van zondeloosheid kunt bereiken. Laat je daardoor niet van de wijs brengen. Dat is onmogelijk. Dat neemt niet weg dat ieder oprecht kind van God in zijn leven zal streven naar een zo groot mogelijke gelijkvormigheid aan Christus. Als je echt, net als Paulus, door Christus gegrepen bent, wil je toch niet anders?

Denk nog eens terug aan je leven voordat je Christus echt kende. Misschien lijkt het wat op dat van Paulus. Je was vol ijver bezig in (godsdienstig) werk of studie. Je meende met al je streven God te behagen. Totdat je ontdekte dat je voor jezelf bezig was. Christus kwam in je leven, Iemand Die totaal anders is dan jij. Zijn ijver was volmaakt gericht op God. Hij deed nooit iets voor Zichzelf. Zijn leven was een en al dienen van anderen. Daarvoor gaf Hij ten slotte Zijn leven.

De dood die Hij stierf, was niet alleen de bekroning van een volmaakt aan God toegewijd leven. Het was ook de verzoening voor ieder die zichzelf als zondaar ziet, ook voor jou. Daarom heb jij Hem lief gekregen en is Hij de inhoud van jouw leven geworden. Je bent door Hem gegrepen. Je bent in de ban van Zijn liefde gekomen. De omarming van Zijn liefde heeft jou overmeesterd. Je voelt je helemaal veilig en geborgen bij Hem. Hij is er voor jou. Jij wilt er ook helemaal voor Hem zijn. Je wilt op Hem lijken, niet een klein beetje, want daar kun je niet tevreden mee zijn. In dit opzicht is, zoals iemand eens schreef, ‘tevredenheid het graf van de vooruitgang’. Nee, je wilt helemaal op Hem lijken, volmaakt aan Hem gelijk zijn.

Even tussendoor gezegd: het is goed eraan te denken dat het woord ‘volmaaktheid’ drie betekenissen heeft:

1. Je bent voor God volmaakt in Christus door Zijn werk (Hb 10:14). Die volmaaktheid bezit iedere gelovige vanaf het moment dat hij zijn zonden belijdt en in het geloof de Heer Jezus als Verlosser en Heer aanvaardt.

2. Dan is er nog de volmaaktheid die we ontvangen, als we bij de Heer Jezus zijn en ook ons lichaam deelt in de verlossing en het vlees er niet meer is. Daar gaat dit vers over.

3. En er is de volmaaktheid die we op aarde kunnen bereiken en die te maken heeft met geestelijke groei. Dat is volmaaktheid in de zin van volwassenheid, volgroeid zijn. Dat is de volmaaktheid waarover het gaat in Fp 3:15. Je kunt zeggen dat bijvoorbeeld de vaders in Christus (1Jh 2:13a; 14a) in die zin volmaakt zijn. Zij hebben niets anders meer in hun leven dan Christus.

Fp 3:13. Om elk misverstand hierover uit te sluiten benadrukt Paulus nog eens dat hij weet dat hij er nog niet is. Hij leunt niet tevreden werkeloos achterover, ook nu niet, nu hij in gevangenschap is. Hij denkt niet dat zijn werk af is, hij denkt ook niet dat zijn geestelijke vorming erop zit. Ondanks al zijn dienstjaren in zijn werk voor de Heer en zijn onophoudelijk daarin bezig zijn, ziet hij het proces van gelijkvormig worden niet als afgesloten. Met niet aflatende energie strekt hij zich uit naar wat vóór hem ligt.

Fp 3:14. Het geheim van zijn kracht is zijn concentratie op slechts “één ding”. Dat is een geheim dat helaas slechts weinigen kennen. Veel mensen zijn niet tevreden met ‘één ding’. Ze vinden dat te bekrompen. Je moet ruimer kijken, er is toch meer te genieten? Ja, maar zodra je iets bíj Christus neemt om je aandacht aan te geven, ben je niet meer met ‘één ding’ tevreden. ‘Eén ding’ sluit al het andere uit. Waar kies je voor? De keus is niet moeilijk als je bedenkt dat dit ‘ene ding’ ook volmaakte voldoening aan het leven geeft. Alles wat je erbíj neemt, maakt die voldoening kleiner. Waar ga je voor?

Voor Paulus is het geen vraag. Hij geeft aan hoe je dat ‘ene ding’ kunt najagen. In de eerste plaats vergeet hij alles wat achter hem is. Hij denkt niet aan wat hij allemaal aan voorrechten bezit. Hij denkt ook niet aan het vele werk dat hij heeft verricht, de reizen die hij heeft gemaakt en de plaatsen waar hij het evangelie heeft verkondigd, de vele gelovigen die hij heeft gediend. Als je voor de Heer werkt – en wie doet dat niet? –, is het gevaarlijk achterom te kijken om de resultaten van je werk te bezien. Op dat moment stop je met kijken naar het doel. Paulus heeft geen overzicht bijgehouden van zijn geestelijke vorderingen.

Vergeten wat achter is, wil overigens niet zeggen dat we moeten vergeten wie we geweest zijn. Dat is bij Paulus ook niet zo. Hij is nooit vergeten dat hij in zichzelf de grootste van alle zondaren is (1Tm 1:13; vgl. 2Pt 1:9).

In plaats van zich bezig te houden met de weg die hij al heeft afgelegd, strekt hij zijn beide handen uit naar voren. Hij stelt zichzelf hier voor als iemand die aan een hardloopwedstrijd deelneemt. Zonder op of om te zien loopt hij zo hard hij kan in de richting van het doel dat hij onafgebroken in de gaten houdt. Het gaat hem om de prijs die verband houdt met de roeping van God. God heeft hem hemelwaarts geroepen. Dan moet je niet je belangen op aarde zoeken. De christenen die dat wel doen, komen nog voor onze aandacht in Fp 3:19. Als je door God geroepen bent, is het Zijn doel je in de hemel te hebben, om daar in Christus Jezus alle zegeningen te genieten die Hij in Zijn hart heeft je te schenken. Die prijs wil je toch voor niets ter wereld missen?

Fp 3:15. Misschien erken je wel dat het in je leven daarom zou moeten gaan, maar voel je het spanningsveld waarin je verkeert. Het is nog moeilijk voor je om echt alles prijs te geven en je volledig op dat ene doel te richten. Er zijn gelovigen bij wie je ziet dat alles in hun leven om Christus draait. Dat zijn de ‘volmaakten’ in het eerste deel van Fp 3:15. Paulus sluit zichzelf daarbij in. Dat kun je zien aan het woord “wij”. De volmaakten zijn zij die in de christelijke ervaring zover gekomen zijn, dat er niets meer interessant is voor het hart dan alleen de uitnemendheid van de kennis van Christus Jezus.

Hoeveel mooie dingen er ook op aarde zijn, voor hen verbleekt alles en valt in het niet bij de schoonheid van Hem. Sommige mensen zullen het extreem noemen, of fanatiek. In elk geval is het radicaal. De christen die op deze wijze gegroeid is, zal gekenmerkt worden door een daarbij passende gezindheid, de gezindheid van Christus Zelf. Christus had ook slechts één doel: de verheerlijking van de Vader. Dat bracht Hem tot het doen van Diens wil. Daaruit is alle denkbare zegen voortgekomen.

In het tweede deel van Fp 3:15 wordt een andere groep gelovigen aangesproken. Paulus spreekt tot hen als “u” die “anders gezind bent”. Daarmee bedoelt hij niet vleselijke of ongeestelijke gelovigen. Hij bedoelt gelovigen die nog niet hebben geleerd dat voor God werkelijk niets anders waarde heeft dan de Heer Jezus. Een voorbeeld van zulke gelovigen heb je in ‘de zwakken’ over wie Paulus in Romeinen 14-15 spreekt in onderscheid van ‘de sterken’ (Rm 14:1; Rm 15:1).

Beide groepen stelt hij als geestelijk gezinde gelovigen voor. Hij maakt daar duidelijk dat wie ‘zwak’ is in het geloof niet de volle christelijke vrijheid kent die hem in Christus is gegeven. Zulke gelovigen menen nog rekening te moeten houden met bepaalde inzettingen. Waar oprechtheid tegenover God gevonden wordt, heeft God geduld met de geestelijke ontwikkeling. Hij zal op de juiste tijd openbaren waar het Hem werkelijk om gaat door de sluier weg te nemen die er voor hen nog over ligt. Dan zullen ook zij de dingen kunnen zien zoals ze werkelijk zijn.

Dit verschil in geestelijke ontwikkeling, dit niet gelijk denken, hoeft een gelukkige gemeenschap niet te verstoren. Het zijn die dingen die we aan de Heer kunnen overlaten. In zulke gevallen hoeven we niet te proberen zelf onze broeders over te halen om onze mening te gaan delen. God Zelf zal hen onderwijzen (vgl. 1Th 4:9).

Fp 3:16. Als iemand nog niet al zijn belangen aan Christus verbonden heeft, moeten we zelf niet wachten totdat dit het geval is. We moeten samen verder, waarbij geldt, dat ieder moet wandelen naar het licht dat hij heeft ontvangen. Ontvangen licht geeft verlangen naar meer licht. Het maakt niet passief, maar zet aan tot een hechtere gemeenschap met Christus en tot het verlangen naar een grotere gelijkvormigheid aan Hem.

Als je Christus hebt aangenomen, ben je vanaf dat moment geestelijk aan het groeien. Het stadium dat je nu hebt bereikt, komt enerzijds door Gods werk in jou en anderzijds door jouw inzet (Fp 2:13). Wel, je wordt aangespoord in dat spoor verder te gaan. Je hoeft niet in je eentje verder te trekken. Je mag dat doen samen met anderen die ook Christus hebben leren kennen en voor Hem alleen willen leven.

Lees nog eens Filippenzen 3:12-16.

Verwerking: Zijn er nog andere belangen die je najaagt, behalve ‘één ding’?

Copyright information for DutKingComments