Proverbs 10:21

Het gebruik van de lippen

“Haat” toedekken, het verkeerde verbergen, is hypocriet en getuigt van “valse lippen” (Sp 10:18). Wie haat toedekt, is een leugenaar, want hij houdt zijn ware bedoelingen verborgen. Hij doet lief, maar in zijn hart brandt de haat. Zo iemand was Absalom in zijn benadering van Amnon (2Sm 13:22-29). De tweede versregel spreekt over een mogelijk nog groter kwaad. Dat betreft het verspreiden van “kwaad gerucht”. Wie dat doet, breekt iemand af bij allen aan wie hij het kwaad gerucht vertelt. Wie dat doet, is een dwaas. In de eerste versregel wordt iets toegedekt of verborgen gehouden, in de tweede wordt iets verspreid of openbaar gemaakt.

Een veelprater kan onmogelijk in alles wat hij zegt voor honderd procent de waarheid spreken (Sp 10:19). Vooral voor hem geldt wat Jakobus zegt van de woorden die een mens spreekt: “Want wij allen struikelen dikwijls” (Jk 3:2a). Een dwaas gebruikt veel woorden (Pr 5:2). Een “overtreding” wil zeggen een grens overschrijden, op verboden terrein komen. Het getuigt van verstand als we onze lippen inhouden. Het is verstandig om niet altijd en zeker niet direct alles te zeggen wat we denken. Ieder mens moet “snel zijn om te horen, traag om te spreken” (Jk 1:19).

“De tong van de rechtvaardige”, dat betekent wat de rechtvaardige zegt, is veel meer waard dan “het hart van de goddeloze”, dat wil zeggen zijn beste bedoelingen (Sp 10:20). Het contrast tussen beide uitdrukkingen is dat tussen het uiterlijk en het innerlijk. Het uiterlijk is de tong, ofwel wat wordt gezegd. Het innerlijk is de gezindheid van het hart, ofwel wat men van plan is. Daar hoort een gezond evenwicht tussen te zijn.

Wat de rechtvaardige zegt, heeft de waarde van “het beste zilver”, terwijl wat de goddeloze van plan is, geen enkele waarde heeft. De Heer Jezus had een tong van “het beste zilver”, want Hij gebruikte Zijn tong nadat Hij onderwijs had ontvangen. Daardoor wist Hij “met de vermoeide een woord op de juiste tijd te spreken” (Js 50:4). Zilver is een beeld van de prijs die voor de verlossing moet worden betaald (Ex 30:11-16). De woorden van de Heer Jezus waren erop gericht om mensen te verlossen.

De waarde van de woorden van de rechtvaardige is dat velen er (geestelijk) door worden gevoed en erdoor in leven blijven (Sp 10:21). Voeden wil zeggen weiden, zoals een herder dat doet. Het gaat niet alleen om voedsel, maar ook om zorg voor het juiste voedsel. De woorden worden met zorg doorgegeven. Dat geldt wel bijzonder voor de woorden van de Heer Jezus. Hij is het Brood van het leven. Ook de profeten die in Zijn Naam hebben gesproken, hebben met hun woorden het volk gevoed, ze hebben het goede geestelijke voedsel gegeven (Jr 3:15). Die woorden bouwen op. De taak van de herder en leraar in de gemeente is ook om de gemeente op te bouwen.

De dwazen ontbreekt het aan verstand. Zij willen niet door de lippen van de Rechtvaardige gevoed worden, zij verachten Diens woorden. Daarmee wijzen ze het leven af en sterven. Wie Hem verwerpt en Zijn woorden niet aanneemt, zal geoordeeld worden door het woord dat Hij heeft gesproken (Jh 12:48).

Copyright information for DutKingComments