Proverbs 10:24

De zegen van de HEERE

Alle rijkdom die we hebben, is ons door God gegeven (Sp 10:22). Het is Zijn zegen, zonder dat Hij enige prestatie, enig “zwoegen”, van onze kant vraagt (vgl. Ps 127:1). Het woord “die” legt de volle nadruk op “de zegen van de HEERE”. Alleen die zegen maakt rijk. Dit vers is een waarschuwing tegen zelfvoldaanheid, tegen de gedachte dat wij onze rijkdom aan onszelf te danken hebben.

Er is geen tegenspraak met Sp 10:4, waar staat dat de hand van de vlijtigen rijk maakt. Zowel het een als het ander is waar. We moeten werken, maar ook beseffen dat de Heer ons de kracht ervoor moet geven en tevens de zegen erop. Dan beseffen we dat alles van Hem komt en zullen we Hem daarvoor de eer geven.

Iemands karakter wordt openbaar door de dingen waarin hij plezier vindt (Sp 10:23). Voor een dwaas is zich schandelijk gedragen als sport en spel. Het gaat hem net zo gemakkelijk af als spelen een kind afgaat. Hij vindt er het grootste plezier in om schandelijk te praten, wat blijkt uit de schunnigste uitdrukkingen die hij gebruikt. “Schandelijk gedrag” is een aanduiding voor heel zondig gedrag. De dwaas beschouwt zelfs het ergste op het gebied van de zonde als vermaak, als een grap. Hij lacht erbij en erom.

Dat staat tegenover de wijsheid die iemand met inzicht volle vreugde geeft alsof het een plezierig spel betreft. Het gaat niet om wat iemand doet, maar om de houding die iemand heeft bij wat hij doet. Wijsheid geeft vermaak aan iemand die inzicht heeft. Dat vermaak wordt gevonden in Gods Woord (Ps 119:117).

De goddeloze kan wel plezier hebben in zijn schandelijke gedrag, maar tegelijk is hij innerlijk heel bang voor wat komen gaat. Hij krijgt inderdaad ook waar hij bang voor is (Sp 10:24). Hij leeft zonder God en daarom zonder enige zekerheid en daardoor altijd in angst. De rechtvaardige daartegenover krijgt waar hij naar verlangt, want hij leeft met God en verwacht alles van Hem. Hier wordt een enorm contrast geschilderd.

Wie geen fundament in zijn leven heeft, dat wil zeggen wie geen bijbelse uitgangspunten heeft, lijkt op een wervelwind die voorbijgaat (Sp 10:25). Een wervelwind raast een ogenblik en verdwijnt dan weer, terwijl hij een spoor van verwoesting achterlaat. Zo is de goddeloze. Dit sluit aan bij het vorige vers, waarin staat dat over de goddeloze komt wat hij vreest. Hij kan in zijn leven alles genieten wat hij wenst, zoals rijkdom, aanzien, familie, terwijl hij in angst leeft dat het hem allemaal een keer zal ontvallen. Het zal hem inderdaad ook als door een razende storm afgenomen worden. Mogelijk al in dit leven, maar zeker bij zijn (mogelijk plotselinge) dood.

De rechtvaardige is het tegenovergestelde. Hem kunnen dezelfde dingen overkomen als de goddeloze. Ook zijn rijkdom, aanzien, familie en gezondheid kunnen hem ontvallen (Jb 1:1-22; Jb 2:1-10). Maar als er in zijn leven rampen komen, blijkt hij “een eeuwig fundament” te zijn (vgl. Mt 7:24-27). Het toont de onwrikbaarheid van de positie van de rechtvaardige die hij heeft omdat zijn leven is gebouwd op Christus de Rots. Daardoor blijft zijn levenshuis vaststaan, hoezeer de wervelwind er ook tegenaan beukt.

Zure wijn voelt heel naar aan de tanden als je die drinkt (Sp 10:26). Ook rook aan de ogen is heel irritant, want je ogen beginnen te tranen, je ziet niets meer en kunt geen stap meer verzetten. Met deze onaangename ervaringen wordt een luiaard vergeleken die erop uit wordt gestuurd met een bepaalde opdracht. Hij voert die opdracht niet uit, of te laat, of onnauwkeurig en onvolledig. Een luiaard veroorzaakt alleen maar irritatie als je iets van hem verwacht. Traagheid in het werk van de Heer is ook een kwalijke en irritante zaak. Wie daarin traag is, haalt daardoor zelfs een vloek over zich (Jr 48:10).

Copyright information for DutKingComments