Proverbs 11:10-11

De vreugde en verhevenheid van een stad

In de Sp 11:10-11 gaat het niet over personen, maar over “een stad”, een leefgemeenschap. Een leefgemeenschap weet het te waarderen als het de rechtvaardigen goed gaat (Sp 11:10). De rechtvaardigen hebben hun “welstand”, hun toestand van voorspoed, te danken aan hun eerlijke handel en daar vaart de stad wel bij. Een stad, dat wil zeggen de burgers van de stad, springt daarover zelfs in uitbundige vreugde op (vgl. Es 8:15).

Er is ook gejuich als de goddelozen vergaan (2Kn 11:20). Zo zal er ook gejuich in de hemel zijn als het goddeloze Babylon is verwoest (Op 18:20-21; Op 19:1-2). In het eerste geval is er vreugde over de goede invloed van de rechtvaardigen. In het tweede geval is er gejuich over het uitschakelen van de verderfelijke invloed van de goddelozen.

De goede invloed van de oprechten en de slechte invloed van de goddelozen op het leven in een stad worden in Sp 11:11 onderstreept. “De oprechten” spreken zegen over de stad uit en wensen haar voorspoed toe. Het blijft niet alleen bij zegenwensen, maar de oprechten bewerken ook zegen. Zo wordt de stad “verheven”. Ze krijgt een goede naam, het is aangenaam om er te wonen en te zijn. De stad wordt aantrekkelijk.

Daartegenover staat ‘de reclame’ die de goddelozen ervoor maken. Zij breken de stad met hun woorden tot de grond toe af. Dat doen ze door negatief over de stad te spreken, maar ook door hun algemene taalgebruik. Uit hun mond komt alleen maar vervloeking en vuiligheid. Zelfs bij een net taalgebruik, zoals veel politici dat meestal hanteren, schuilt in hun woorden valsheid en volgen ze een verborgen agenda. Ze werpen zich op als beschermers, maar hun praktijk zal tonen dat ze de stad afbreken.

We kunnen dit toepassen op de plaatselijke gemeente van God als een stad. Als we oprecht zijn, zullen we over de gemeente als een plaatselijke gemeenschap goede dingen zeggen en er een zegen voor willen zijn. Allen die deel uitmaken van de plaatselijke gemeente, zullen zich daarover verheugen. Mensen die er geen enkele binding mee hebben omdat ze buiten God leven, zullen een plaatselijke gemeente geen enkele bestaansgrond gunnen. Ze zullen er lasterpraat over verspreiden en er alles aan doen om hun het leven en samenkomen onmogelijk te maken. Zulke mensen kunnen zich ook in de gemeente bevinden en hun afbrekend werk verrichten door het verspreiden van valse leringen.

Copyright information for DutKingComments