Proverbs 11:8

Het lot van de goddeloze

Van “de goddeloze mens” vergaat op het moment dat hij sterft “zijn hoop” (Sp 11:7; Ps 49:17-21). Uit dit vers spreekt een grote tragiek die is verbonden aan de hoop die de goddeloze mens meent te hebben. Elke hoop op een lange levensduur of succes zal eindigen in een desillusie omdat die hoop verankerd ligt in het vertrouwen op aards bezit.

Hij kan “de allersterkste verwachting” hebben gehad dat hij altijd in voorspoed zou blijven leven, met een rotsvast vertrouwen op het uitvoeren van zijn plannen, maar het vergaat allemaal als een damp als hij sterft. De Heer Jezus vertelt over een rijke man die zonder God sterft. Deze man heeft bij zijn dood al zijn rijkdom moeten achterlaten en heeft in het hiernamaals zelfs geen druppel water om zijn tong ook maar enigszins te verkoelen (Lk 16:19-31).

Wat een genade dat de gelovige een zekere hoop mag hebben, een hoop die als hij sterft niet vergaat, maar juist in vervulling gaat. De hoop van de gelovige is een zekerheid, het is een hoop die niet beschaamt (Hb 11:1; Rm 5:5). Daarom hoopt hij “met volharding” (Rm 8:24-25).

“De rechtvaardige wordt” door God “uit benauwdheid gered” (Sp 11:8). De rechtvaardige kan in benauwdheid terechtkomen. We kunnen daarbij denken aan beklemmende, beknellende situaties, die hem beperken in zijn vrijheid en hem angst bezorgen. Goddeloze mensen kunnen het leven heel benauwd voor hem maken. Maar God zorgt ervoor dat hij niet omkomt en zal hem eruit redden.

Wat “de goddeloze” treft, staat daar tegenover en wel op een opmerkelijke manier. De goddeloze krijgt niet alleen een verdiende straf, maar hij krijgt de plaats waar hij zelf eerst de rechtvaardige in heeft gebracht. De rollen worden omgedraaid. Een duidelijk voorbeeld daarvan is Haman die in de plaats van Mordechai wordt opgehangen (Es 7:10; Es 9:1). Bij de mannen die in de plaats van Daniël in de leeuwenkuil worden geworpen, zien we hetzelfde (Dn 6:24-25). Deze omkering van rollen zal ook plaatsvinden wanneer de Heer Jezus verschijnt. De gelovigen worden dan uit de verdrukking bevrijd en de goddelozen komen dan in de verdrukking (2Th 1:6-7).

Copyright information for DutKingComments