Proverbs 16:27

De verdorven, verderfelijke, gewelddadige man

Deze verzen gaan over de verdorven, verderfelijke en gewelddadige man. Er zit een opklimming in. Het begint met de “verdorven man”, dat is wat deze man is in zichzelf en hoe hij te werk gaat (Sp 16:27). Verdorven mensen bedenken manieren om mensen te belasteren. ‘Een verdorven man’ is letterlijk een ‘man van Belial’, iemand in wie niets goeds is. De term beschrijft diepe verdorvenheid en goddeloosheid.

Deze man is een slechte persoon, want hij “graaft kwaad op”. De betekenis is die van het aan de oppervlakte brengen van het kwaad en zich daar ook erg voor inspannen. Graafwerk is zwaar werk. Hij zal iemands hele dossier doornemen om iets kwaads te vinden dat hij kan gebruiken. Sociale media zijn een bijvoorbeeld van een breed en diep ‘graafterrein’, waarbij ook nog bepaalde gegevens zodanig gemanipuleerd kunnen worden, dat ze het kwaadaardige doel dienen dat de verdorven man voor ogen heeft.

Wat hij aan kwaad opgraaft, ongeacht of het waar is of een leugen, strooit hij als zaad uit met “zijn lippen”. Zijn spreken is als “een verzengend vuur”, wat wijst op het verwoestende effect van zijn woorden. Jakobus spreekt over de tong als “een vuur, de wereld van de ongerechtigheid” en vervolgt: “De tong is onder onze leden gesteld als dat wat het hele lichaam bevlekt en de loop van de natuur in vlam zet en door de hel in vlam gezet wordt” (Jk 3:6).

De verdorven man van Sp 16:27 is in Sp 16:28 de “verderfelijke man”. Hij is een man van onwaarheden en leugens en “een lasteraar”. Openlijke aanvallen werken niet, daarom kiest hij voor het fluisteren van leugen en laster, verdachtmakingen, halve waarheden. De verderfelijke man veroorzaakt ruzie en brengt zelfs scheiding tussen de beste vrienden.

Hij kan zelf geen vrienden maken en kan het niet uitstaan dat er vriendschap tussen anderen is. Om deze reden start hij een lastercampagne. Hij lastert bij de een over de ander en zaait twijfel en wantrouwen tussen beiden. Hij vertelt een leugen over iemand waarvan hij weet dat het zal worden doorverteld. Daarbij houdt hij rekening met het feit dat het bij het doorvertellen steeds erger wordt. Daarom wordt hij ook een “verderfelijke man” genoemd, omdat hij goede relaties verderft.

In Sp 16:29 is de verdorven en verderfelijke man van de vorige verzen “een man van geweld”, ‘een man van hamas’, geworden. De vrienden zijn door zijn lasterpraat van elkaar gescheiden, dat onheil heeft hij al gesticht. Maar daarmee is hij niet tevreden. Ze moeten ook worden gedood. Het blijft niet bij praten, maar hij gebruikt geweld.

Hij is tevens een misleider, die anderen wil beïnvloeden om zich bij hem aan te sluiten. De man van geweld zal mensen in zijn omgeving willen beïnvloeden om het door hem geplande geweld te begaan (Sp 1:10-14; Sp 2:12-15). Hij wil zijn naaste brengen “op een weg die niet goed is”, dat wil zeggen dat hij hem wil binnenbrengen in het criminele circuit.

Om het doel van Sp 16:29 te bereiken bedenkt hij “verderfelijke dingen” en vervolgens “voert hij het kwaad uit” (Sp 16:30). Hij is zo aan het kwaad toegewijd, dat zijn lichaamstaal zijn kwade bedoelingen niet kan onderdrukken, maar die verraadt. Gezichtsuitdrukkingen maken vaak duidelijk of iemand iets kwaads in de zin heeft (Sp 6:13-14). Hier worden twee uitdrukkingen genoemd: de ogen dichtdoen en op de lippen bijten.

Iemand doet zijn ogen dicht wanneer hij geconcentreerd aan iets wil denken zonder te worden afgeleid. Zo is de verdorven, verderfelijke, gewelddadige man helemaal geconcentreerd op het kwaad. Hij ziet het voor zich hoe het gaat gebeuren. Op de lippen bijten wil zeggen dat iemand zich inhoudt om geen uiting te geven aan zijn gevoelens, hetzij om te lachen hetzij om in woede uit te barsten. Hier wijst het op verborgen kwade bedoelingen die hij op het punt staat uit te voeren.

Copyright information for DutKingComments