Proverbs 18:6

De woorden van een dwaas en een lasteraar

Dwaze mensen brengen zichzelf in de problemen door wat ze zeggen (Sp 18:6). Wat “een dwaas” roept, brengt “onenigheid” teweeg. Zijn taal is opruiend of kwetsend. Daarom roept hij met wat hij roept “om slagen”, om straf. Wat hij zegt, is niet onschuldig. Niet alleen verkeerde daden moeten worden gestraft, maar ook verkeerde woorden. Verkeerde daden benadelen iemand, doen iemand tekort. Verkeerde woorden benadelen ook een ander en doen hem tekort.

Daarvoor verdient hij straf. Die straf kan hem bijvoorbeeld worden toegediend door zijn ouders, of door zijn baas, of door een rechter. Het kan ook zijn dat hij door God getuchtigd wordt, want met wat hij zegt, roept hij ook Gods oordeel over zich af.

Sp 18:7 is het vervolg van Sp 18:6 en gaat een stap verder. Er zijn niet alleen slagen verbonden aan wat hij zegt, maar met wat hij zegt, bewerkt hij zijn eigen “ondergang” (Pr 10:12). De woorden die hij met zijn lippen spreekt, zijn “een valstrik voor hemzelf”, ze zijn tegen zijn leven gericht. Hij raakt verstrikt in zijn woorden, hij wordt erin gevangen en komt om. Alles wat een dwaas zegt, ook om zichzelf te verdedigen, vormt de grond voor zijn ondergang. Alles wat hij zegt, zal God als bewijs aanvoeren voor de rechtvaardigheid van zijn veroordeling.

In Sp 18:8 gaat het niet zozeer om de lippen en de mond van de dwaas, maar om hen die er hun oor aan lenen. De dwaas is ook de lasteraar, iemand die roddels rondstrooit. Mensen genieten van het luisteren naar roddels. Roddels zijn “als lekkernijen”, dat is voedsel dat met gretigheid verzwolgen wordt. Wanneer dergelijke ‘smakelijke’ stukken voedsel naar binnen glijden, vullen ze hun hele “binnenste”, tot “in de schuilhoeken” ervan, waardoor het verlangen naar meer wordt gestimuleerd.

Het binnenste werkt als een opslagkamer, waar de dingen worden bewaard die zijn gezegd om ze later weer op te rakelen. Zo zagen we al eerder dat de luisteraar de roddelaar helpt door naar zijn roddels te luisteren. Zijn woorden worden zonder nadenken ingezogen en zakken weg tot in het diepste innerlijk, waar ze hun ziekmakend werk doen en ziel en geest verzieken tot de dood erop volgt. De roddelaar spreekt met woorden “gladder dan boter” en “zachter dan olie”, maar die “getrokken zwaarden” (Ps 55:22) zijn en daarom een dodelijk effect hebben. Ze doden alle restjes gezond geestelijk leven dat eventueel nog aanwezig was.

Copyright information for DutKingComments