Proverbs 19:22

Raadsbesluit, goedertierenheid en leven

“Veel plannen” maken mag, maar het is goed ons daarbij te onderwerpen aan “de raad van de HEERE”, of het voornemen van God (Sp 19:21; Jk 4:13-15). De mens moet blijven bedenken dat hij mens is en dat God is Wie Hij is. De mens is uiterst beperkt in wat hij kan bedenken en nog meer in wat hij kan uitvoeren. God daarentegen is oneindig van verstand en van vermogen. Niet wat de mens uitdenkt, maar wat God bepaalt, dat gebeurt (Kl 3:37; Ps 33:10-11; Js 46:10). Zo heeft Paulus ook plannen gemaakt, maar God bestuurde het anders (Rm 15:22-32).

Ieder mens verlangt ernaar dat een ander hem met “goedertierenheid” behandelt (Sp 19:22). Ieder mens vindt het aangenaam om vriendelijke woorden te horen, woorden waaruit goedertierenheid blijkt, dat wil zeggen woorden van goedheid. Het zijn opbouwende, bemoedigende woorden, waarin geen leugenachtigheid schuilt. Ze worden niet gesproken om te vleien.

Bij “een leugenachtig man” ontbreekt goedertierenheid. Hij kan wel doen alsof hij goedertieren is door van alles te beloven en de indruk te geven dat hij vol goedheid is, maar dat is huichelarij en misleiding. Achter zijn woorden gaan oneerlijke motieven schuil. Je kunt beter met een arme te maken hebben, van wie je niets kunt verwachten wat hij zou kunnen geven, maar van wie de goedertierenheid afstraalt, dan met zo’n leugenaar.

Eerbied voor de HEERE brengt een leven van tevredenheid en veiligheid (Sp 19:23). Wie de HEERE vreest, lijdt geen gebrek en vreest geen gevaar. God geeft een kwaliteit van leven die niet kan worden verstoord door kwaad. De Godvrezende gaat zonder hongergevoel naar bed en slaapt gerust, zonder angst voor iets kwaads dat over hem zou kunnen komen.

Het leven dat aan de vreze des HEEREN verbonden is, is niet het leven dat de mens van nature leeft, maar het leven in verbinding met Hem. Dat leven wordt in zijn volheid pas genoten als de gelovige bij Hem is. Maar ook hier op aarde al geldt dat dit leven door niets kan worden aangetast, omdat het een innerlijk, geestelijk leven is. Het is het leven uit God. Dat leven kent geen gebrek en geen angst. De Heer Jezus zegt daarom dat we niet bang hoeven te zijn “voor hen die het lichaam doden, maar de ziel niet kunnen doden” (Mt 10:28).

Het ware leven dat hier wordt bedoeld, wordt niet gevonden in rijkdom of in gezondheid, ook niet in een goed huwelijk of een fijn gezin, maar in Christus alleen. Dat moeten we onze kinderen vertellen en voorhouden en voorleven. Van het kwaad dat ons kan treffen, weten we dat God het laat meewerken ten goede (Rm 8:28; Ps 91:9-10).

Copyright information for DutKingComments